Sozio 4 2024

Sozio 4 2024

Huiselijk geweld

2024

Omschrijving

Column Arjan Bolt: Bibberlip
 
Lachen bij ellende
Het belang van de erkenning van emotionele arbeid
 
Hij bedoelde het vast niet zo
 
Of misschien was je gewoon niet duidelijk genoeg
 
Vergeet de school niet!
De impact van huiselijk geweld op kinderen en hun welzijn op school
 
Financiële veiligheid bij huiselijk geweld
 
Van hoogspecialistische zorg naar een top integrale zorg
Jongeren van de wal in de sloot door steeds verdergaande specialisatie in de jeugdzorg
 
Werken aan duurzame veiligheid in gezinnen?
Dat vraagt om een sterk sociaal netwerk
 
Hoor je mij wel?
 
Contact na scheiding met beide ouders niet altijd vanzelfsprekend
 
Kun je met kinderen in groep 7 en 8 praten over het thema kindermishandeling?
 
Handle with care, snelle sociale steun op school
 
Hoe te handelen bij huiselijk geweld in het onderwijs?
 
Traumasensitief onderwijs in de praktijk
 
Multidisciplinair en intersectoraal samenwerken bij gezinnen die kindermishandeling en huiselijk geweld meemaakten: het betrekken van ouders en kinderen
 
Team Toekomst
Column Arjan Bolt: Bibberlip

Column Arjan Bolt: Bibberlip

De juf buigt met een geroutineerde onverbiddelijkheid over de jongen heen. Eén hand ferm op haar heupen. De andere hand kordaat met een wijsvinger priemend in de lucht. Pal voor de neus van de zevenjarige schobbejak-du-jour. Een staaltje degelijke vermaning uit vervlogen tijden. ‘Jayden, je was heel stout, dit zullen we echt aan je moeder moeten vertellen!’ Het gezicht van Jayden betrekt. Een traan druppelt uit zijn oog en rolt via het neusgootje op zijn bibberende bovenlip. ‘Nee, nee, niet doen!’ roept Jayden. De tranen stromen nu over zijn wangen, zijn lippen bibberen zowat van het gezicht af. De juf schrikt en beseft: Dit ventje is écht bang. Maar waarvoor dan? ‘Waarom wil je niet dat we het aan je moeder gaan vertellen?’, vraagt ze. Sniksprekend antwoordt Jayden: ‘Dan krijg ik hele harde klappen.’
Meer info
3,90
Contact na scheiding

Contact na scheiding

Kinderen die geen contact meer willen met een ouder ervaren weerstand bij hulpverleners; hun wens wordt dikwijls niet serieus genomen. Er wordt nauwelijks naar hen geluisterd of met hen onderzocht wat de redenen zijn om geen contact te willen en wat de mogelijkheden zijn om dit contact (tijdelijk) te stoppen. Daarnaast onderzoeken professionals en rechters lang niet altijd of het contact veilig is en of het contact de gezondheid van het kind schaadt.
 
In dit artikel ligt de focus op die groep kinderen waar contact met een van de ouders niet veilig is en schadelijk voor de ontwikkeling van het kind. Hoe kunnen we deze kinderen (en ouders) het beste ondersteunen?
 
Achtergrond onderzoek
Hoe kinderen, de nabije ouder en de ouder op afstand het beste ondersteund kunnen worden als een kind (tijdelijk) geen contact wil met een van de ouders, is een onontgonnen terrein als het gaat om onderzoek. Dit was de reden voor de Foundation Kind in Crisis om aan het Verwey-Jonker Instituut te vragen hier onderzoek naar te doen. In dit artikel bespreken we de resultaten van dit onderzoek (Lünnemann & Lünnemann, 2024), waarbij we ingaan op twee vragen.
 
Vraag 1: Wat is bekend over kinderen die vanwege traumatische ervaringen door psychiatrische en/of geweldsproblematiek met een van de ouders geen contact meer willen nadat vader en moeder uit elkaar zijn gegaan, en hoe verhoudt dit zich tot ouderverstoting?
Vraag 2: Hoe kunnen deze kinderen (en de ouders) het best ondersteund en geholpen worden?
 
Het onderzoek naar contactbreuk na scheiding is gebaseerd op een literatuurstudie, jurisprudentieonderzoek en deskresearch, een casestudy en focusgroepen. Ter beantwoording van de eerste vraag hebben we een literatuuronderzoek uitgevoerd om inzicht te kunnen geven in de termen ouderverstoting en oudervervreemding. Daarnaast wilden we een overzicht geven van de huidige kennis omtrent contactverlies tussen ouder en kind. Ook vond een beperkt jurisprudentieonderzoek plaats gericht op de meest recente uitspraken rond omgang en gezag, met de focus op contactverlies in relatie tot psychische problematiek bij een van de ouders en/of huiselijk geweld. Daarnaast hebben we een casestudy uitgevoerd door interviews te houden met verschillende personen, betrokken bij vier verschillende casus, zoals een ouder, een of meer kinderen en professionals of familie die betrokken zijn bij het kind of gezin. Tijdens een expertmeeting zijn we ingegaan op de juridische vraagstukken.
Voor het beantwoorden van de tweede vraag is een deskresearch gedaan naar good practices in zowel Nederland als het buitenland. Ook is er een expertmeeting gehouden waarin de hulpverlening aan kind en ouders centraal stond. Tot slot heeft een klankbordgroep van deskundigen feedback gegeven op het conceptrapport en meegedacht over mogelijke aanbevelingen.
Meer info
3,90
Financiële veiligheid bij huiselijk geweld

Financiële veiligheid bij huiselijk geweld

Professionals in de vrouwenopvang1 hebben nog te weinig oog voor financiële aangelegenheden. Dit ziet een bewindvoerder die zich heeft aangesloten bij Eropaf! en die bij Sterk Huis werkt om de financiële dienstverlening te verbeteren. ‘Financiële afhankelijkheid van de (ex) partner en schulden maken het moeilijker om weer een zelfstandig bestaan op te bouwen buiten de opvang’, vertelt ze. ‘Soms speelt de financiële afhankelijkheid mee bij de beslissing om weer terug te gaan naar de partner die de vrouw mishandelde.’
 
Relatie tussen financiën en huiselijk geweld
 
Vrouwen die ondersteuning zoeken in de vrouwenopvang hebben vaker te maken gehad met ernstige vormen van huiselijk geweld dan degenen die alleen contact hebben met Veilig Thuis (Lünnemann et al., 2021). Vaak gaat het om psychisch geweld en meer dan de helft is fysiek mishandeld. Bijna een derde heeft een trauma (Lünnemann et al., 2021). Vrouwen hebben regelmatig geen inkomen of een inkomen onder het sociaal minimum. Daarnaast kan er sprake zijn van financiële isolatie en totale afhankelijkheid van de partner (Lünnemann et al., 2024). Bij deze laatste groep vrouwen gaat het om intieme terreur, een vorm van geweld waar controle en dwang een grote rol spelen. De gewelddadige partner verkleint hun wereld door contact met de buitenwereld te minimaliseren,vernedert hen en intimideert ze met fysiek en psychisch geweld. De partner controleert ook de financiën. De afhankelijkheid van de partner neemt door dit gedrag sterk toe (zie factsheet Intieme Terreur van de VNG). Eenmaal in de opvang werkt de (ex)partner hen op allerlei manieren tegen en probeert de dwang en controle in stand te houden, bijvoorbeeld bij omgang met de kinderen. De financiële controle gaat in de opvang gewoon door. 
Is er sprake van situationeel geweld (ook deze vrouwen zoeken opvang), dan speelt de controle en dwang vanuit de (ex)partner geen of een veel minder grote rol. Je ziet ook bij deze vorm van geweld dat er schulden zijn en dat de partner een definitieve scheiding tegenwerkt. Situationeel geweld ontstaat dan vaak uit onmacht en allerlei stressfactoren zoals schulden. Toch is ook dan de aandacht voor de financiële situatie van de vrouw van belang, omdat financiële zelfstandigheid bijdraagt aan een snelle uitstroom. De meeste vrouwen in de opvang ervaren veel stress, die onder meer samenhangt met de mishandeling en de armoede (Wolf et al., 2006). Daardoor zijn ze vaak niet zelfredzaam en hebben niet alleen hulp nodig bij de verwerking van alles wat ze hebben meegemaakt, maar ook bij het regelen van praktische zaken. Zonder die hulp, zegt de bewindvoerder, komen hun financiën niet op orde. Het duurt dan langer voor ze weer op zichzelf kunnen wonen.
Meer info
3,90
Handle with care, snelle sociale steun op school

Handle with care, snelle sociale steun op school

Stel, je bent een kind van 10 jaar oud. Je ouders hebben wel vaker ruzie, maar vanavond is het zo uit de hand gelopen, dat de politie erbij moest komen. De borden zijn met eten en al door de lucht gevlogen en liggen kapot op de grond. Je vader loopt met een mes te zwaaien en scheldt je moeder uit voor rotte vis, je zus zit in elkaar gedoken te huilen achter de bank en jij, jij kan alleen maar schreeuwen: ‘Papa stop!’
 
De politie neemt je vader mee. Je moeder kan niet meer stoppen met huilen, je zusje is bang en jij probeert voor hen beiden te zorgen. Je zit erover in dat je nu geen tijd meer hebt om voor je topo-toets te leren.
 
Veilig op school
Hoe fijn zou het zijn als je je dan op school veilig zou voelen? Dat je leerkracht tegen je zou zeggen dat je de toets eventueel mag overdoen, omdat ze weet dat je niet hebt kunnen leren? Dat je niets hoeft uit te leggen, omdat ze begrijpt dat je je misschien niet zo goed kunt concentreren door de zorgen die je hebt om je ouders en je zusje, door de schrik die je misschien nog in je lijf voelt? Hoe fijn zou het zijn dat je weet dat je bij haar terecht kunt als je dat nodig hebt? En dat je merkt dat zij je een beetje in de gaten houdt?
 
Handle with Care
Snelle sociale steun op school, precies dat ‘regelt’ de samenwerkingsvorm Handle with Care. De leerkracht weet dat er bij een leerling thuis een oorlog heeft gewoed en dat hij of zij een beetje extra steun en aandacht kan gebruiken. De opzet is simpel: als de politie in een huishouden komt vanwege huiselijk geweld, sturen zij een melding naar Veilig Thuis. Veilig Thuis screent de meldingen van de politie op gevallen van Huiselijk Geweld in gezinnen met kinderen en
stuurt een Handle with Care-signaal met de naam en geboortedatum van de betrokken kinderen naar leerplicht. Dit lukt vaak binnen een of twee werkdagen na het incident. Leerplicht zoekt vervolgens de schoolgegevens erbij en stuurt het Handle with Caresignaal door naar de juiste school.
Meer info
3,90
Hij bedoelde het vast niet zo - Of misschien was je gewoon niet duidelijk genoeg

Hij bedoelde het vast niet zo - Of misschien was je gewoon niet duidelijk genoeg

Een zwaar, naargeestig gevoel verspreidt zich langzaam van mijn borst naar mijn maag. Zijn stem klinkt heel ver weg, terwijl ik voel hoe mijn wangen dieprood kleuren. “Ik denk dat er iets mis met haar is. Ze is misschien overspannen en haalt zich dingen in haar hoofd. Ze is ook erg overbeschermend. Weet je, sinds onze dochter is geboren, mag ik haar niet eens aanraken. Ik wil gewoon een goede vader zijn.” De maatschappelijk werkers knikken hem geruststellend en begripvol toe. Toe maar, praat maar jongen, het is ook moeilijk.
 
Het is de eerste keer dat ik besef dat hij er wel iets aan kan doen, dat hij niet in de war of getraumatiseerd is. Hij is niet psychotisch aan het worden, of heel depressief of een van de vele andere dingen die hij mij heeft wijsgemaakt. De dingen die ik maar al te graag wil geloven. “Nee, nee, zo zit het helemaal niet”, roep ik terwijl de tranen in mijn ogen schieten. “Het is mishandeling!”
 
Nu ik het hardop zeg, voel ik voor het eerst dat het waar is. Hoe hard ik ook heb geprobeerd de opsommingen van mishandeling, die tevoorschijn kwamen, als ik op google zocht naar “word ik mishandeld?” te rechtvaardigen. Hoeveel mensen ik er ook van heb overtuigd dat hij het gewoon moeilijk had Dat hij zijn best deed. Dat hij gewoon wat hulp nodig had. Het was allemaal gespeeld. Over de tafel heen grijnst hij naar me, de hulpverleners zien het niet. “Ze heeft al eerder een burn-out gehad, het gaat niet zo goed met haar. Ik denk dat ik gewoon even in mijn eentje voor de baby moet zorgen.” De angst knijpt mijn borst zo hard samen dat ik bijna niet kan ademen. “Nee, wacht, zo was het niet. Hij doet haar pijn. Ze overleeft dat niet!” Kalm staat hij op van de tafel. “Wat een zieke, verschrikkelijke beschuldigingen”, briest hij verontwaardigd. En terwijl de maatschappelijk werkers mij beiden meewarig en beschuldigend aankijken stampt hij, opeens boos, de deur uit. Het was de eerste keer dat ik besefte dat ik werd mishandeld. Die dag dat hij, zogenaamd overmand door emotie, de deur uit stapte om (zo leerde ik later) mijn zus en dochtertje van amper anderhalf jaar oud, de stuipen op het lijf te jagen. Pas jaren later besefte ik dat ik ontzettend veel geluk heb gehad dat hij die dag geen wapen had, en mijn zus standvastig weigerde mijn kindje mee te geven aan een man waarvan ik zeker wist dat hij in staat was (en is) tot moord. Het was het startschot van vele jaren waarin hulpverleners mij ervan probeerden te overtuigen dat ik overbezorgd, rigide, overdreven, hysterisch en onredelijk was. 
Meer info
3,90
Hoe te handelen bij huiselijk geweld in het onderwijs?

Hoe te handelen bij huiselijk geweld in het onderwijs?

In het onderwijs zien we leerlingen opgroeien tot studenten. Ze komen binnen en ontwikkelen zich in een paar jaar tijd tot jongvolwassenen.
 
Een mooi proces om te volgen en ze hierin ook te kunnen begeleiden. Waar leerlingen op school komen, nemen ze ook hun thuissituatie - onder andere dat wat er tussen de ouders en hun kinderen gebeurt - met zich mee. Volgens recent onderzoek van het CBS1 blijkt dat een op de vijf jongeren te maken heeft gehad met huiselijk geweld. Dat betekent dat er in een klas vaak meerdere leerlingen zijn die hiermee te maken hebben. Hoe signaleren we huiselijk geweld en wat doen we hiermee? Bij huiselijk geweld denken we vaak aan fysiek en seksueel geweld, het grootste gedeelte betreft echter dwingende controle. Dit is een nog vrij onbekende vorm van huiselijk geweld met enorm veel impact. Dit geweld vindt plaats achter de voordeur en dat betekent dat we er niet direct getuige van zijn. Je kunt het niet direct zien en dat maakt signaleren ingewikkeld. 
 
 
Wat is dwingende controle?
Stichting Het Verdwenen Zelf definieert dwingende controle als een onzichtbaar en eenzijdig patroon van handelingen die bedoeld zijn om iemand ondergeschikt en afhankelijk te maken, door het slachtoffer te isoleren van bronnen van steun, diens middelen en capaciteiten te exploiteren voor persoonlijk gewin, hem of haar de middelen te ontnemen die nodig zijn voor onafhankelijkheid en de mogelijkheid zich te verweren, en het alledaags gedrag te reguleren. Hierbij wordt (soms subtiele) dwang gehanteerd: bedreigingen, vernedering en intimidatie en ander misbruik dat wordt gebruikt om het slachtoffer te straffen of bang te maken. Dit destructieve gedrag wordt afgewisseld met ogenschijnlijk positief gedrag om het slachtoffer op een dwaalspoor te brengen en nog meer te binden. Dwingende controle is gericht op een partner of een intieme naaste zoals kinderen.
De meeste mensen in de samenleving herkennen deze vorm niet vanwege het verborgen karakter. Plegers van dwingende controle lijken vaak leuke fijne en charmante mensen in contact met de buitenwereld. Er ligt echter vaak een  narcistische) persoonlijkheidsstoornis of psychopathie aan ten grondslag. School als vindplaats voor huiselijk geweld Elk kind gaat naar school en of we willen of niet, we komen leerlingen tegen die te maken hebben met huiselijk geweld. Wat zijn dan de signalen waar we op moeten letten? Wat kunnen we waarnemen aan deze kinderen? Hierop is helaas geen eenduidig antwoord te geven. De signalen zijn zeer divers en variëren van enorm aangepast gedrag tot zeer opstandig of grensoverschrijdend gedrag en alles wat er tussenin zit. Kortom we hebben geen signalenlijst tot onze beschikking.
 
Wat we wel weten is dat leerlingen die in een onveilige thuissituatie leven de hele dag ‘aan’ staan. Zij zijn voortdurend op hun hoede en ervaren geen rust, geen veiligheid. Ze nemen dit ook mee in de schoolsituatie, zelfs als ze daar wel veiligheid ervaren. Deze leerlingen gaan vaak graag naar school, waar ze de relatieve rust van de schoolomgeving ervaren.
Meer info
3,90
Hoor je mij wel?

Hoor je mij wel?

Kinderen die thuis te maken hebben met geweld, verwaarlozing of seksueel misbruik voelen zich vaak te weinig gezien en gehoord. Recente gebeurtenissen, zoals met het meisje in Vlaardingen en de zedenzaken in Barendrecht en Enkhuizen, schokken ons als samenleving en maken de eenzaamheid van de kinderen die hierbij betrokken zijn bijna voelbaar. Maar ook bij minder dramatische of grootschalige gevallen horen we keer op keer van kinderen dat ze een luisterend oor, informatie en eigen inbreng hebben gemist. Hoe kan het anders?
 
Een ernstig vervuild huis dat je aantreft bij een gepland huisbezoek, een kind dat de laatste tijd veel stiller is in de klas, blauwe plekken op onlogische plaatsen, ouders waarvan je weet dat ze elkaar het leven zuur maken, een kind dat veel verzuimt van school; allerlei signalen waardoor je je kunt afvragen of het thuis wel goed gaat. Als je je zorgen maakt om een kind, kan het best een drempel zijn om dit met een kind te bespreken: wat als het kind er niet over wil praten? Als je hem alleen maar verder klem zet of zelfs verder beschadigt? Wat als de ouders niet willen dat je met hun kind praat? Of je de situatie onbedoeld alleen maar erger maakt?
En ook als we wel met kinderen praten, kan het gebeuren dat we tekortschieten richting het kind. Bijvoorbeeld omdat ons hoofd en ons handelen vooral gericht is op ouders, op oplossen en op allerlei geregel, waardoor we niet met onze volle aandacht bij het kind zijn. We gaan dan te snel of luisteren niet écht en nemen soms ingrijpende besluiten, zonder het kind daar zorgvuldig in mee te nemen. ‘Er werden heel veel dingen besloten zonder ons. Er werd ons geen keuze voorgelegd of uitgelegd wat er ging gebeuren.’ ‘De huisarts overlegde veel met mij over mijn moeder. Maar daarbij ging het nooit over hoe het met míj was.’ 
 
Verder kijken dan het (soms ingewikkelde) gedrag
 
Soms vertonen kinderen gedrag dat we ingewikkeld vinden, waardoor we hen niet altijd meer serieus nemen in hun uitlatingen of waarbij we vooral bezig zijn het gedrag te beheersen, in plaats van ruimte te geven aan het verhaal dat erachter zit. Juist kinderen die opgroeien met geweld, verwaarlozing en misbruik zijn extra gevoelig voor afkeuring en afwijzing. Helaas lokt hun gedrag niet zelden (opnieuw) een afkeurende of afwijzende reactie uit. Door wat ze meemaken, ontwikkelen kinderen een negatief zelfbeeld en een negatiever mensbeeld. Het is aan ons als professionals om dit niet verder te versterken, maar er juist iets anders tegenover te zetten: jij doet er wél toe, jij bent goed zoals je bent en er zijn mensen die hun best voor jou willen doen. Daarvoor moeten we verder kijken dan gedrag, ons verplaatsen in het kind, luisteren en het kind serieus nemen.
Meer info
3,90
Kun je met kinderen in groep 7 en 8 praten over het thema kindermishandeling?

Kun je met kinderen in groep 7 en 8 praten over het thema kindermishandeling?

Kindermishandeling is een thema waar veel mensen liever niet overcpraten en al helemaal niet met kinderen die in groep 7 en 8 van de basisschool zitten. Je kunt toch niet met kinderen van tien tot twaalf jaar praten over fysiek geweld, seksueel misbruik of andere vormen van kindermishandeling? Of kan dat wel? Bij de lessen van de weerbaarheidstraining het Marietje Kessels Project wordt al bijna 35 jaar met kinderen in de regio Tilburg gesproken over het thema kindermishandeling.
 
Wie was Marietje Kessels?
Marietje Kessels was een elfjarig Tilburgs meisje. Zij werd in 1900 dood aangetroffen in een kerk. Het meisje was verkracht en vermoord. De dader is nooit gevonden, maar reconstructie wijst uit dat het ging om een bekende van Marietje.
Vanzelfsprekend veroorzaakte deze ‘gruweldaad’, zoals de misdaad destijds in de pers werd genoemd, veel opschudding. Moeders vertelden het verhaal van Marietje Kessels als waarschuwing aan hun dochters. Het verhaal van Marietje werd een Tilburgse legende. 
 
Het Marietje Kessels Project
Het Marietje Kessels Project is in 1990 in Tilburg gestart. In eerste instantie, vanuit onder andere de vrouwenbeweging, als een project zelfverdediging voor meisjes van groep 7 en 8 in het primair onderwijs. Later als preventieve weerbaarheidstraining en signaleringsprogramma op het gebied van machtsmisbruik en kindermishandeling voor zowel jongens als meisjes. Het project wordt behalve in de regio Tilburg ook in een aantal andere regio’s aangeboden.
 
Het Marietje Kessels Project
Het Marietje Kessels Project is een preventieve weerbaarheidstraining waar in twaalf lessen van een uur gewerkt wordt aan het vergroten van de weerbaarheid van de kinderen in groep 7 of 8. Weerbaar zijn betekent dat iemand kan opkomen voor de eigen wensen, grenzen en behoeften en rekening kan houden met wensen en grenzen van anderen. Weerbaar gedrag is dus gedrag waarin je voor jezelf opkomt met respect voor jezelf én voor de ander.
 
Psychofysieke werkvormen
In de training wordt gewerkt met psychofysieke werkvormen, waardoor de kinderen leren terwijl ze bewegen en spelenderwijs werken aan de vergroting van hun weerbaarheid. De combinatie van het ervaren in voelen, denken en doen, dus het zowel fysiek als emotioneel ondergaan van lesstof, is belangrijk om de behandelde stof ook eigen te maken.
Meer info
3,90
Lachen bij ellende - Het belang van de erkenning van emotionele arbeid

Lachen bij ellende - Het belang van de erkenning van emotionele arbeid

In de titel van dit stuk staat toch echt lachen ‘bij’ ellende en niet ‘om’ ellende. In artikelen wordt geregeld verslag uitgebracht van allerhande rampspoed die mensen in hun leven tegen kunnen komen. In dit blad wordt in dat verband met name stilgestaan bij de werkzaamheden van tal van professionals die zich in de Nederlandse samenleving met zorg en veiligheid bezighouden, kortom: de veiligheidszorg. Maar waarover we in dit verband (te) weinig horen, is de rol van humor. In deze bijdrage staan we stil bij de vraag wat de waarde is van een oprechte lach in wat ook wel emotionele arbeid wordt genoemd.
 
 
Lachen en huiselijk geweld
 
Emotionele arbeid is het werk dat iemand verricht om de eigen emoties te beheersen en te reguleren in interactie met anderen. We komen zo uitvoeriger terug op de betekenis van dit concept. We beginnen eerst met een voorbeeld waarin emotionele arbeid duidelijk zichtbaar is. Een van de meest indringende ervaringen waar mensen in hun leven mee te maken kunnen krijgen is huiselijk geweld. In een situatie van huiselijk geweld krijgen alle betrokkenen – slachtoffers,
plegers, getuigen – te maken met een uitgebreide range aan emoties: angst, schaamte, onzekerheid om er maar eens een paar te noemen. Ook professionals ervaren in deze situaties verschillende emoties: zij kunnen bang zijn voor daders, zich schamen als er geen adequate oplossing te vinden is en ten prooi vallen aan twijfel en onzekerheid bij het opstellen van een plan van aanpak. De oorzaken achter dergelijke vaak heftige emoties laten zich zeker niet weglachen, maar een lach kan wel helpen: ‘Door bijvoorbeeld grappen te maken over de geweldpleger kan de situatie in een ander licht komen te staan, waardoor het gevoel van overweldiging minder wordt. Humor kan verder helpen bij het creëren van psychologische afstand tot de traumatische ervaring. Het maakt het mogelijk om de pijnlijke gevoelens tijdelijk opzij te zetten en een ander perspectief in te nemen. Dit kan helpen bij het verlichten van de emotionele intensiteit en het bieden van een gevoel van controle over de situatie. Humor kan ook een manier zijn om sociale steun en verbinding te ervaren. Door samen te lachen kan een gevoel van saamhorigheid ontstaan, waardoor mensen zich minder geïsoleerd voelen en waaraan op moeilijke momenten steun kan worden ontleend. 
Lachen is sowieso gezond omdat het afleidt, ontlaadt, helpt spanning te verminderen en negatieve gevoelens tegengaat’ (Janssen, 2023:50).
Meer info
3,90
Multidisciplinair en intersectoraal samenwerken

Multidisciplinair en intersectoraal samenwerken

In Nederland krijgen ongeveer 90.000 tot 127.000 kinderen per jaar te maken met kindermishandeling (Alink et al., 2017). Bij 28 tot 65% van deze kinderen vindt er daarnaast ook huiselijk geweld plaats (Ten Boom & Wittebrood, 2019). In sommige gezinnen is de problematiek zeer ernstig en houdt de onveiligheid lang(er) aan.

Voor deze gezinnen is in Friesland, als werkwijze, de Multidisciplinaire Aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld (MDA++ Friesland) ontwikkeld. Binnen het MDA++ werken professionals met verschillende achtergronden en van verschillende organisaties samen. Daarnaast kunnen ook ouders en kinderen aansluiten bij deze bijeen-komsten. Dit kan positieve effecten hebben (Sondeijker et al., 2023), maar kent ook uitdagingen. Hoe betrek je ouders en kinderen op een goede wijze? Ouders en kinderen aan tafel Het is belangrijk dat ouders (ook plegers) aansluiten als er in het gezin kindermishandeling of huiselijk geweld speelt. Zij zijn degenen die in beweging moeten komen om de onveilige situatie aan te pakken. Zo worden er, samen met ouders, doelen opgesteld en zijn ze nauw betrokken bij de keuzes die worden gemaakt over het veiligheidsplan en hun behandelproces. Hierdoor kunnen ze bepaalde keuzes tijdens dit proces beter begrijpen, voelen ze zich verantwoordelijker en zijn ze meer gemotiveerd om met de doelen aan de slag te gaan.

Ook kinderen kunnen aansluiten bij bijeenkomsten van het MDA++ Friesland. Sommige kinderen willen graag weten wie er over ze praat en wat er over ze gezegd wordt. Voor kinderen kan het aansluiten bij het MDA++ een gevoel van controle geven door zelf mee te denken en plannen voor te leggen aan het MDA++. Daarnaast kan de dynamiek aan tafel veranderen door het betrekken van kinderen. Zo kunnen ouders meer gaan afstemmen op de kinderen en verplaatsen ze zich meer in hun perspectief. Als er sprake is van onderlinge strijd tussen de ouders kan dit meer op de achtergrond raken door het betrekken van kinderen.

Meer info
3,90
Sozio 4 2024 - Huiselijk geweld

Sozio 4 2024 - Huiselijk geweld

Column Arjan Bolt: Bibberlip
 
Lachen bij ellende
Het belang van de erkenning van emotionele arbeid
 
Hij bedoelde het vast niet zo
 
Of misschien was je gewoon niet duidelijk genoeg
 
Vergeet de school niet!
De impact van huiselijk geweld op kinderen en hun welzijn op school
 
Financiële veiligheid bij huiselijk geweld
 
Van hoogspecialistische zorg naar een top integrale zorg
Jongeren van de wal in de sloot door steeds verdergaande specialisatie in de jeugdzorg
 
Werken aan duurzame veiligheid in gezinnen?
Dat vraagt om een sterk sociaal netwerk
 
Hoor je mij wel?
 
Contact na scheiding met beide ouders niet altijd vanzelfsprekend
 
Kun je met kinderen in groep 7 en 8 praten over het thema kindermishandeling?
 
Handle with care, snelle sociale steun op school
 
Hoe te handelen bij huiselijk geweld in het onderwijs?
 
Traumasensitief onderwijs in de praktijk
 
Multidisciplinair en intersectoraal samenwerken bij gezinnen die kindermishandeling en huiselijk geweld meemaakten: het betrekken van ouders en kinderen
 
Team Toekomst
Meer info
14,95
Team Toekomst

Team Toekomst

Team Toekomst zet zich in Rotterdam iedere dag in om kinderen die niet kansengelijk opgroeien te voorzien van een fijnmazig vangnet in hun eigen buurt. Zodat ook zij zich kunnen ontwikkelen tot evenwichtige en gelukkige volwassenen.

Het team heeft een krachtig netwerk opgebouwd waarbinnen ieder kind gezien wordt. Met hun eigen maatwerktrajecten ondersteunt Team Toekomst langdurig kinderen (en het gezin daaromheen) die anders buiten de boot dreigen te vallen. Als het gaat om kortdurende ondersteuning, zijn er de wijknetwerkers van Team Toekomst. Bij Team Toekomst geloven we dat iedere jongere een kans verdient om zijn of haar volledige potentieel te bereiken. We werken samen met scholen en gezinnen om belemmeringen weg te nemen en kansen te vergroten, maar soms liggen de obstakels die we tegenkomen dieper. Huiselijk geweld is een van deze obstakels. Onze unieke aanpak combineert vertrouwen, persoonlijke begeleiding en een stevige band met ouders, waardoor we niet alleen naast hen staan, maar hen ook confronteren wanneer dat nodig is. Want alleen door samenwerking én actie kunnen we een veilige, hoopvolle toekomst voor de jeugd creëren.
Als Team Toekomst zetten wij ons in om de jeugd te ondersteunen bij het ontdekken en ontwikkelen van hun vaardigheden en het wegnemen van belemmerende factoren, zodat ze de kansen krijgen die ze verdienen, zodat iedere jongere de kans krijgt om zijn/ haar potentieel te bereiken. Ook streven we ernaar om gezinnen te versterken, zodat de basis voor een stabiele toekomst wordt gelegd. Dit doen we samen met de scholen. Twee schooljaren lang wordt een linkwerker aan een jongere gekoppeld, vinden er coachgesprekken plaats op school en is er structurele afstemming met school, de linkwerker, de jongere en de ouder(s).
Door te investeren in de vertrouwensband met de jongere en het gezin, komen onze linkwerkers vaak letterlijk achter de voordeur. Ook binnen het gezin focust de linkwerker op het vergroten van kansen en het wegnemen van belemmerende factoren. Een van die belemmerende factoren is huiselijk geweld, in de praktijk zien we dat onze linkwerkers semiprofessionele schokdempers zijn. Intern is Stichting Team Toekomst georganiseerd als formele zorgpartij, we werken met SISA en de twee aandachtfunctionarissen huiselijk geweld en kindermishandeling ondersteunen de linkwerkers in de stappen van de meldcode. Maar naar buiten toe manifesteren wij ons als informele zorgpartij.
elkaars unieke ervaringen en inzichten.

Meer info
3,90
Traumasensitief onderwijs in de praktijk

Traumasensitief onderwijs in de praktijk

Vijf jaar geleden werd het schoolteam van een sbo-school in Amsterdam-Zuidoost getraind in traumasensitief onderwijs (TSO). Directeur Desiree Middelkoop: ‘Ik kan nu echt zeggen dat TSO voor iedereen in de school rust brengt. Soms loopt de stress op, maar het is ook net zo snel weer rustig.’ Leony Coppens en Marthe Schneijderberg bespreken hier het belang van traumasensitief onderwijs, de opbrengsten van de daarvoor ontwikkelde training, plus het belang van meerjarige schoolbrede inzet op TSO.
 
Het is volop in het nieuws: steeds meer gezinnen leven in stress door toenemende armoede. Scholen moesten alles uit de kast halen om de groeiende groep gevluchte Oekraïense kinderen van onderwijs te voorzien. Kinderen en jongeren ondervinden negatieve gevolgen van de coronapandemie. Scholen zijn zich er steeds meer van bewust dat veel leerlingen opgroeien met chronische stress en ingrijpende gebeurtenissen. Dat leidt ertoe dat steeds meer scholen zich verdiepen in trauma en chronische stress en de effecten ervan op kinderen, zodat leerkrachten het gedrag van getraumatiseerde kinderen beter herkennen en er beter mee kunnen omgaan. Vanaf 2016 zijn door heel Nederland zo’n 950 professionals getraind om de training Traumasensitief onderwijs (Coppens, herziene versie, 2022) aan schoolteams te geven. Deze training hoort bij het boek Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen (Coppens, Schneijderberg & Van Kregten, 2021).
 
Negatieve jeugdervaringen in het regulier en speciaal onderwijs
Leerkrachten hebben vaak beperkt zicht op de omstandigheden waaronder kinderen opgroeien en de gebeurtenissen die ze hebben meegemaakt (Vink et al., 2016). De cijfers liegen er echter niet om en de gevolgen kunnen groot zijn. Recent Nederlands onderzoek toont aan dat drie op de tien kinderen in het regulier onderwijs drie of meer verschillende soorten ingrijpende jeugdervaringen hebben meegemaakt (De Berk et al., 2021). Het gaat dan om ervaringen zoals emotionele of fysieke mishandeling of verwaarlozing, seksueel misbruik of verlies van een ouder. Hoe meer soorten gebeurtenissen een kind meemaakt, des te groter het negatieve effect op de kwaliteit van leven.
Binnen het speciaal (voortgezet) onderwijs (cluster 4) is de prevalentie van ingrijpende gebeurtenissen bij leerlingen nog veel hoger: ruim 70% van de kinderen heeft vier of meer verschillende soorten ingrijpende jeugdervaringen meegemaakt. In deze klassen zitten bijna geen kinderen zonder negatieve jeugdervaringen (Offerman, Asselman & Hoedemaker, 2023).
Meer info
3,90
Van hoogspecialistische zorg naar een top integrale zorg

Van hoogspecialistische zorg naar een top integrale zorg

In de (hoog) specialistische jeugdzorg worden kinderen in eerste instantie gedefinieerd aan de hand van hun aandoeningen, stoornissen en diagnoses. Want hoe gespecialiseerder, hoe meer de complexe problemen centraal staan en hoe specialistischer - maar ook smaller - de behandelaren en therapeuten zijn opgeleid. En des te minder aandacht voor de normale ontwikkeling van kinderen, voor de opvoeding van kinderen, voor het kind als geheel. Maar: een kind is niet zijn probleem.
 
Door de focus op specifieke (medische) problemen neemt de aandacht af voor de jongere als geheel
Specialisme is in! In de jeugdzorg geven veel jeugdzorgaanbieders aan dat ze (hoog) specialistische zorg of topzorg bieden. Specialistische hulp richt zich op het behandelen van complexe aandoeningen, stoornissen of problemen waarvoor diepgaande kennis vereist is. Er wordt gewerkt met therapeuten die gespecialiseerd zijn in specifieke problematieken. Er is echter steeds meer kritiek op de toenemende specialisatie in de (jeugd)zorg. Enerzijds omdat specialisten zich uitsluitend richten op hun vakgebied - bijvoorbeeld gedragsstoornissen, eetstoornissen, psych(iatr)ische stoornissen - waardoor de bredere context van het kind, zoals de gezinssituatie, de sociale omgeving en schoolprestaties, onvoldoende wordt meegenomen in de behandeling. Hierdoor sluit de aanpak doorgaans onvoldoende aan bij de complexe en vaak onderling verbonden problemen waarmee jongeren te maken hebben. Door de focus op specifieke (medische) problemen neemt de aandacht af voor de jongere als geheel. Successen op het ene domein worden vaak te niet gedaan door problemen op andere domeinen, waardoor jongeren van de wal in de sloot komen.
 
Is dit overdreven? Geenszins, zoals uit de voorbeelden hieronder blijkt. Onderzoek van vijf hoogspecialistische jeugdhulpaanbieders in Noord-Nederland1 liet zien dat er wel contact is met de ouders van de jongeren, maar dat er geen gezinsbehandeling plaatsvindt. De problemen van ouders worden niet behandeld en gezinnen krijgen geen ondersteuning. Het gevolg: veel jongeren wonen nu noodgedwongen in de jeugdzorg, terwijl ze weer thuis hadden kunnen wonen als hun gezin of hun ouders óók geholpen zouden worden.
Meer info
3,90
Vergeet de school niet! - De impact van huiselijk geweld op kinderen en hun welzijn op school

Vergeet de school niet! - De impact van huiselijk geweld op kinderen en hun welzijn op school

Huiselijk geweld (kindermishandeling en partnergeweld) is een complex en hardnekkig probleem met grote gevolgen voor kinderen, zoals ontwikkelingsproblemen, fysieke problemen of lagere schoolresultaten. Over hoe deze kinderen zich voelen op school is minder bekend.
 
In een promotieonderzoek is gekeken hoe huiselijk geweld samenhangt met schoolomstandigheden en ontwikkelingsproblemen van kinderen in de leeftijd van 8 tot 17 jaar. Het onderzoek laat zien dat het belangrijk is om aandacht te hebben voor het welzijn op school bij kinderen die huiselijk geweld meemaken, ongeacht of er sprake is van weinig of veel incidenten van huiselijk geweld. Bovendien laat het onderzoek zien dat aandacht besteed moet worden aan het gehele gezin, en niet alleen aan de gevolgen van het huiselijk geweld voor het kind. In dit artikel gaan we in op de belangrijkste conclusies van het onderzoek en wat er nodig is om deze kinderen (en hun gezin) de juiste steun te geven.
 
Het onderzoek
Dit promotieonderzoek is onderdeel van de derde landelijke cohortstudie huiselijk geweld en kindermishandeling (Steketee et al., 2023). In dit promotieonderzoek is onderzocht wat de rol is van het welzijn op school van kinderen die huiselijk geweld meemaken. Er zijn 350 kinderen, van gezinnen die bij Veilig Thuis waren gemeld voor huiselijk geweld en kindermishandeling, een jaar gevolgd en er is hun gevraagd om tweemaal de vragenlijsten in te vullen. Daarnaast hebben 771 kinderen die geen huiselijk geweld hebben meegemaakt de vragenlijsten ingevuld. Op deze manier konden we de rol van de school vergelijken voor kinderen die wel en geen huiselijk geweld hebben meegemaakt. We hebben gekeken naar de rol van de school bij psychosociale problemen, zoals internaliserende (bijvoorbeeld angst of depressie) en externaliserende (bijvoorbeeld hyperactiviteit of criminaliteit) problematiek, en klachten die duiden op een post-traumatische stressstoornis (PTSS).
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van ZonMw en de centrumgemeenten in dertien Veilig Thuis regio’s, namelijk Zuidoost-Brabant en West-Brabant, Drenthe, Friesland, Noord Oost Gelderland, Gelderland-Midden, Gelderland-Zuid, Noord-Holland Noord, Hollands-Midden, Zuid-Holland Zuid, Noord en Midden-Limburg, Zuid-Limburg en Zeeland.
Meer info
3,90
Werken aan duurzame veiligheid in gezinnen?

Werken aan duurzame veiligheid in gezinnen?

Kinderen en jongeren hebben voor hun ontwikkeling een stevig sociaal netwerk nodig. En ouders vinden steun in hun omgeving voor de alledaagse opvoeding, ook wanneer er in het gezin onveilige situaties voorkomen. Daarom verdient het versterken van het informele sociale netwerk meer aandacht van jeugdprofessionals, van wijkteam tot jeugdbescherming.
 
De pedagogische basis
Om ervoor te zorgen dat kinderen en jongeren gezond, kansrijk en veilig kunnen opgroeien hebben ze, naast hun ouders, niet alleen formele medeopvoeders nodig, zoals leerkrachten en pedagogisch begeleiders. Ook andere volwassenen in hun sociale omgeving of community die zich betrokken voelen, kunnen van grote betekenis zijn in hun leven. Denk aan opa’s en oma’s, ooms en tantes, buren, vrienden en kennissen, maar ook vrijwilligers in de vrije tijd of de geloofsgemeenschap. Zij vormen voor gezinnen een informeel netwerk van sociale steun (zie kader) en zijn daarmee een belangrijk onderdeel van ‘de pedagogische basis’. Die pedagogische basis bestaat uit alles wat belangrijk is voor de alledaagse opvoeding: de leefomgeving, de relaties en de ontmoetingen.
Het gaat daarbij om de manier waarop volwassenen thuis, op school, bij de vereniging en op straat met kinderen en jongeren omgaan. En het gaat om wat kinderen, jongeren en ouders kunnen leren van anderen. Hoe meer mogelijkheden gezinnen daarvoor hebben, hoe sterker ze staan bij het opgroeien en opvoeden. De betekenis van de pedagogische basis voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren is groter naarmate formele en informele opvoeders daarin meer met elkaar samenwerken, elkaar aanvullen en versterken. Vandaar het gezegde: ‘It takes a village to raise a child’. 
 
De beschermende werking van informele sociale steun
 
In wijken waarin volwassenen meer zicht hebben op kinderen en jongeren, en bereid zijn iets voor de buurt te doen, is er minder overlast en misdaad, waaronder kindermishandeling. Dit blijkt uit internationaal onderzoek (Van Dijken, Stams & De Winter, 2016). Daarom wordt informele sociale steun als een beschermende factor voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren beschouwd. Die bescherming kan bijvoorbeeld bestaan uit de verantwoordelijkheid die buurtbewoners nemen om het sociale isolement van gezinnen te voorkomen of te doorbreken. Als de anonimiteit in hun wijk groot is, trekken mensen zich steeds meer terug achter de voordeur en neemt het gevoel van eenzaamheid toe. Terwijl het voor het welbevinden van zowel kinderen en jongeren als volwassenen essentieel is om in hun leefomgeving gezien, herkend en gegroet te worden, bijvoorbeeld door buren, leeftijdgenoten of vrijwilligers. Dat versterkt hun gevoel dat ze er thuis zijn en medeverantwoordelijk zijn voor hun leefomgeving. Bovendien kunnen ze daardoor makkelijker iemand vinden die ze vertrouwen en met wie ze kunnen praten als het thuis niet goed gaat. Het informele sociale netwerk kan kinderen, jongeren en ouders in verschillende situaties ondersteunen: in het alledaagse leven, in kwetsbare situaties en als de veiligheid in het geding is.
Meer info
3,90