De decentralisatie van 2015 zou de zorg aan kwetsbare mensen (in het bijzonder jeugdigen) ingrijpend verbeteren, was de aanname. Zo dichtbij mogelijk, zo kort mogelijk en zo licht mogelijk. Integrale zorg (één gezin, één plan), vanuit lokale regie, door de gemeentelijke overheid die immers haar eigen burgers het beste kent. Zes jaar later is de werkelijkheid onthutsend anders. Dit artikel is een pleidooi voor een radicaal andere aanpak van welzijn en jeugdhulp: investeer in vitale wijken en samenlevingsopbouw.
It takes a village to raise a child.
Jeugdzorgwerkers zijn het zat en willen meer geld en betere zorg. Met hen hebben vele anderen de afgelopen periode de noodklok geluid. De sector zegt structureel twee miljard nodig te hebben. De overheid trekt nu eenmalig 629 miljoen uit om de ergste nood te lenigen. In eerste instantie lijkt de roep om meer geld logisch. Bij J de invoering van de jeugdwet in 2015 kregen de gemeenten een bezuiniging van 15 procent te verwerken; dat kwam neer op zo’n 490 miljoen minder. Uit onderzoek van het ministerie1 blijkt dat de jeugdzorg de afgelopen jaren ruim 12 procent is gegroeid (gecorrigeerd voor afname pgb zelfs met 14 procent).