In Nederland komt 10 tot 15 keer per jaar een geval van kinderdoding aan het licht, waarbij gemiddeld 12 tot 16 slachtoffers vallen. Zijn dit de daadwerkelijke cijfers of hebben we te maken met een dark number? ‘Als het gaat om neonaticide, waar de moeder het kind binnen 24 uur na de geboorte doodt, zijn er waarschijnlijk meer gevallen dan we weten,’ zegt De Wijs. ‘Een pasgeboren baby waar niemand van weet, wordt niet gemist. Maar in welke orde van grootte deze dark numbers zijn, daar hebben we geen idee van. Ook bij de oudere kinderen is het trouwens heel goed mogelijk dat er meer gevallen zijn dan er aan het licht komen. Denk aan kindermishandeling waarbij de dood heel goed een ongeluk kan lijken, bijvoorbeeld een val van de trap. Hoe dan ook: exacte cijfers zijn er niet.’ Wat kenmerkt een kinderdoder? Zijn er bepaalde eigenschappen die bij iedere pleger terugkomen? Verheugt: ‘Wij wilden in ons onderzoek graag één specifi ek kenmerk opsporen. Wat maakt nu een kinderdoder? Niet te vinden. Zo’n specifi ek kenmerk ontbreekt totaal; iedere zaak staat op zichzelf. Wel kun je wat algemene dingen zeggen over de achtergrond van deze plegers. Zo lijdt meer dan 90 procent van de ouders tijdens het ombrengen van hun kind aan een psychiatrische en/of persoonlijkheidsstoornis – veel van de moeders kampen bijvoorbeeld met een psychose. En 85 procent heeft een ernstig verlies geleden in de vroege jeugd. Denk aan een vader of moeder die is gestorven.’ ‘Ouders die hun kinderen ombrengen hebben vaak problemen op meerdere levensgebieden,’ vult De Wijs aan. ‘Schulden, verslaving, relatieproblemen… Twee derde heeft een traumatische achtergrond of een achtergrond van verwaarlozing, mishandeling, seksueel misbruik, gepest worden, ouders die emotioneel weinig beschikbaar waren…’ Verheugt: ‘Deze trauma’s worden vaak pas zichtbaar na het bestuderen van de politiedossiers. Zelf zien deze ouders ze niet altijd goed. Mijn jeugd was geweldig, zeggen ze dan, héél warm. Terwijl het zo rooskleurig eigenlijk helemaal niet was. Ze willen de pijnlijkheden uit hun verleden niet zien.’