Het Rots en Water-programma beoogt het sociale welzijn en de sociale veiligheid van leerlingen te bevorderen en heeft een specifieke focus op het verminderen van pesten en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze doelstellingen worden bereikt d.m.v. het bieden van ondersteuning in de sociaal-emotionele ontwikkeling, waarbij gebruikgemaakt wordt van de psychofysieke methodiek. Divers wetenschappelijk onderzoek (Universiteit van Utrecht (UU), het Trimbos-instituut en de Rutgerstichting) bevestigen de effectiviteit van het programma. Uitkomsten zijn o.a. een toename van zelfbeheersing en zelfvertrouwen, een verbeterde emotieregulatie, minder depressie, en een vermindering van pesten en seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Rouanne (lvb’er) was 15 toen zij de training volgde. Zij is een mooi meisje, die geniet van de aandacht die zij van de jongens krijgt. Ze wilde alles doen voor de jongens op wie zij zo nu en dan verliefd was en overschreed daarbij haar eigen grenzen zonder dat zelf op dat moment te realiseren. Zij wilde daarom graag leren haar eigen grenzen beter aan te voelen en deze op een passende manier aan te geven. Daarnaast wilde zij zich bewuster worden van haar eigen
houding en lichaamstaal en de boodschappen die zij daar soms onbedoeld mee gaf. De training die zij kreeg vond plaats in een groep met vijf andere meisjes met soortgelijke hulpvragen. In de eerste weken van de training was de aandacht
gericht op het verkrijgen van meer lichaamsbewustzijn, het verschil tussen spanning en ontspanning, het aannemen van een betere lichaamshouding en het leren over lichaamstaal m.b.v. spiegels en video-opnames. Rouanne sjokte en slofte veel met haar hoofd naar de grond gericht,dus dit was een extra aandachtspunt. Door middel van verschillende oefeningen rondom spierspanning en het gebruik van speelse stoeivormen, werd Rouanne zich bewuster van haar houding en haar eigen lichaamskracht. Zij leerde de negatieve impact van het lopen ineen gebogen houding te voelen en zag hoe de wereld en de mensen om haar heen ogenschijnlijk ten positieve veranderden op moment dat zij een trotse, opgerichte houding aannam. Door het toegenomen lichaamsbewustzijn en een betere lichaamshouding, wat gecombineerd ging met meer gevoel voor en inzicht in lichaamstaal, leerde Rouanne steeds beter hoe zij op gepaste manier haar grenzen aan kon geven en hoe zij zich naar de jongens toe beter kon beschermen. Rouanne vindt jongens nog steeds interessant maar ze gaat hier nu voorzichtiger mee om. De training werkte ook door naar haar houding op school. Het gronden en centreren (stevig en rustig staan) gingen haar steeds beter af en door haar betere, opgerichte lichaamshouding kregen ook de contacten met de leraren en de andere leerlingen een positiever vertrekpunt. Daarnaast begreep Rouanne steeds beter dat haar acties vaak (onbedoeld) een rotskarakter hadden die tot conflicten leidden. Door situaties en haar gedrag daarin met het rots- en waterreferentiekader te analyseren, kreeg zij meer inzicht in de impact van haar gedrag op anderen en leerde ze andere, positievere gedragsalternatieven hanteren. Het gevolg daarvan was dat Rouanne steeds minder in conflictsituaties terechtkwam. Al met al heeft de training veel voor Roanne betekend en is haar zelfvertrouwen gegroeid.