Er zijn van die thema's rond ouder worden die er op het eerste gezicht te dik bovenop liggen. Vergankelijkheid is zo'n thema. Het is een begrip dat veelal met weemoed geassocieerd wordt, met toen, met droefenis over de dingen die voorbijgaan. In dit nummer vragen we ons af wat er achter dat gevoel zit, en waarom het aan belang wint naarmate we ouder worden. Met behulp van de sociale wetenschappen en de ethiek proberen we er nuchter en onaangedaan naar te kijken. Maar ook vanuit het perspectief van de verouderingsbiologie. Dan blijkt vergankelijkheid betrekkelijk: individueel zijn mensen wel eindig, maar ons DNA is nog steeds dat van de Neanderthaler. En al is onsterfelijkheid voor ons niet weggelegd, we kunnen dankzij meer inzicht in onze genen in de toekomst wellicht wel (gezond) ouder worden (zie het artikel van De Haan).