Steeds meer kinderen en ouders verliezen na een scheiding het contact met elkaar als gevolg van het fenomeen ouderverstoting. Professionals gaan te vaak af op wat zich voor hun ogen aandient. Misleiding ligt dan gemakkelijk op de loer. Wat lijkt op een liefdevolle en hechte band tussen het kind en de ‘favoriete’ ouder, is dikwijls een ongezonde symbiotische relatie.
Het is eerder regel dan uitzondering dat de familierechter de omgang tussen de ‘verstoten’ ouder en het kind afwijst. Hoewel de wetenschappelijke onderbouwing daarvoor ontbreekt, zijn professionals kennelijk in de veronderstelling dat deze ‘rust’ de betrokkenen goed zal doen. Het tegendeel is waar. De praktijk laat zien dat het (tijdelijk) stopzetten van de omgang in situaties waar vermoedens zijn van ouderverstoting, meestal definitief is. In de beslotenheid van het gezin, van de favoriete of coalitie-ouder, gaat de beïnvloeding van het kind om afstand te nemen van de andere ouder gewoon door. H Als er wel een interventie wordt opgelegd die de omgang tussen ouder en kind zou moeten vlottrekken, komt daar in de praktijk weinig van terecht. Het hulptraject werkt eerder verdere verwijdering tussen ouder en kind in de hand dan dat het iets oplost.