Kinderen bij wie (mogelijk) sprake is van kindermishandeling hebben het recht om hun stem te laten horen. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar in de praktijk is hier nog weinig sprake van. Een onafhankelijke steunfiguur zou kunnen helpen om de positie van het kind in de keten te versterken.
De stem van de jeugdige voorop
Volgens het VN-Kinderrechtenverdrag (1989) moeten de belangen van de jeugdige de ‘eerste overweging’ zijn bij alle maatregelen die hem of haar aangaan. De jeugdige moet daarbij in de gelegenheid worden gesteld om ‘aan de procedures deel te nemen en standpunten naar voren te brengen’. Dit kan ‘rechtstreeks of door tussenkomst van een vertegenwoordiger of daarvoor geschikte instelling’. Aan deze mening van de jeugdige moet ‘passend belang worden gehecht in overeenstemming met zijn of haar leeftijd en rijpheid’.