Kinder- en mensenhandel doen zich niet alleen voor in de derde wereld. Ook in een rijk westers land als Nederland komen kinder- en mensenhandel voor. Na drugs- en wapenhandel is het de grootste en snelst groeiende vorm van criminaliteit ter wereld. De rechtbank in Rotterdam stelde in een van haar vonnissen in 2010 dat mensenhandel een wereldwijd probleem begint te worden. Dit ontlokte de Nationaal Rapporteur Mensen- handel en Seksueel Geweld tegen Kinderen de volgende reactie:
‘
‘Van beginnen is geen sprake: het is een wereldwijd probleem dat de samenleving on- dermijnt en waarvan de urgentie algemeen wordt gevoeld. De urgentie ligt in het grote aantal jonge vrouwen uit Midden- en Oost-Europa dat wordt uitgebuit in de Nederlandse seksindustrie, het niet aflatende aantal minderjarige meisjes, kinderen nog, soms weg- gelopen van huis, soms verblijvend in voorzieningen voor jeugdzorg, gemanipuleerd en klaargestoomd voor de prostitutie en het feit dat het nog steeds niet lukt dat te voor- komen,’
(BNRM, 2012, p.12)
Dit hoofdstuk gaat in op meisjes, en net volwassen vrouwen, die slachtoffer zijn geworden van een loverboy en gedwongen prostitutie en wat zij nodig hebben vanuit het perspectief van hulpverlening en behandeling. We willen hier opmerken dat ook jongens slachtoffer worden van loverboys. Wij gaan hier niet op in omdat we hiermee nog te weinig ervaring hebben, de problematiek van jongens als slachtoffer van loverboys wordt nog te weinig (h)erkend.