Moderne criminologische theorieën die criminaliteit proberen te verklaren van de kinder- jaren tot aan de volwassenheid, leggen verschillende accenten in het traject naar crimina- liteit en hechten verschillend belang aan de verklarende factoren (zoals Farrington, 2005; Thornberry & Krohn, 2003; Wikström, 2005). Bovendien concentreren de meeste theorieën zich op crimineel gedrag van adolescenten en houden ze zich zelden bezig met zulk ge- drag tijdens de kinderjaren (Loeber & Farrington, 2001). Theoretische verklaringen voor ernstige criminaliteit en geweld, ongeacht de leeftijd van de dader, gaan soms samen met consistente empirische onderzoeksresultaten en soms met twijfelachtige uitkomsten. The- orieën over gedragsstoornissen en criminaliteit hebben vaak meerdere factoren gemeen- schappelijk, bijvoorbeeld de relaties van jongeren met hun ouders en leeftijdgenoten. Toch leggen ze verschillende accenten als het gaat om de domeinen, omstandigheden en details van verklarende factoren en de manier waarop deze factoren met elkaar in verband staan (Farrington, 2005; Lahey, Moffitt & Caspi, 2003).