Begin 2008 besloot Georgette een einde aan haar huwelijk te maken. Niet omdat haar echtgenoot in fysiek opzicht gewelddadig was. Hij was in alles passief en niet geïnteresseerd. Een gesprek met hem voeren bleek nooit mogelijk. Zij voelde zich emotioneel door hem verwaarloosd.
Haar echtgenoot was het eens met haar voorstel om te scheiden. Ondanks die overeenstemming, liepen de spanningen tussen haar en haar echtgenoot op. Zij wilde een time-out en trok met haar achtjarige dochter tijdelijk in bij een collega.
Bij haar man ging toen een knop om. Hij begon haar op allerlei manieren te bedreigen, heeft haar aangevallen, aangerand en haar emotioneel hard geraakt. Over de aanranding heeft hij haar bijvoorbeeld een sms gestuurd met de tekst: “Je vond dat als kind vast ook lekker.”
Dat die sms haar erg raakte, is omdat Georgette in haar jeugd is aangerand. Zij is daarvoor in therapie geweest bij het fiom, zowel individueel als in een groep. Met behulp van een prima therapeute heeft zij de aanranding goed verwerkt. Niettemin kwam die sms keihard bij haar binnen. Het heeft haar veel pijn gedaan. Zij zegt te weten dat hij haar nog steeds dood wil hebben.
Nadat Georgette door haar aanstaande ex was bedreigd en aangerand, heeft zij een schuilplek gevonden in een blijf-van-mijn-lijfhuis. Ze vertelt daar in dit gesprek graag en open over. Dat doet ze niet alleen als ervaringsdeskundige, maar ook als (aankomend) professional in een hulpverleningsorganisatie. Verderop in dit stuk komt ze daar uitgebreid op terug.
Georgette en haar dochter wonen nu weer in hun eigen huis. Dat is bij de scheiding aan hen toegewezen. Ondanks verwoede pogingen om een omgangsregeling tot stand te brengen tussen haar dochter en haar ex, is dat niet gelukt. Een paar dagen voor de echtscheiding uitgesproken zou worden, heeft hij via zijn advocaat aan de rechter laten weten dat hij zijn dochter niet meer wil zien.