Deze beschouwing is gebaseerd op een beknopte literatuurstudie van impliciete kennis bij sociale professionals op de werkvloer. Deze impliciete kennis, ook wel tacit knowledge genoemd, wordt beschouwd als een tegenhanger van expliciete kennis (regels, standaarden, geschreven tekst) en evidence uit wetenschappelijk onderzoek. Tacit knowing is een boeiend begrip, met haken en ogen. Drie aspecten keren in de omschrijvingen vaak terug. Het wordt aangemerkt als a. verborgen en vaak onbewuste kennis; b. stilzwijgende of belichaamde kennis waarover iemand beschikt zonder deze te (kunnen) verwoorden en c. vanzelfsprekende impliciete kennis.
Deze introductie maakt al duidelijk dat het verre van eenvoudig is om deze praktijkkennis naar boven te halen en secuur te benoemen. Deze niet klip-en-klaar verwoorde kennis dient te worden gezocht en in het licht geplaatst. Het is zelfs de vraag of het naar boven halen van dit soort ondoorgrondelijke weten wel mogelijk en wenselijk is. Het vraagt onbetwist methodologisch raffinement. Er zijn ook valkuilen, zoals de ontoegankelijkheid en het feit dat je deze kennis niet zomaar kunt overnemen. Het verwerven van deze kennis vraagt tijd en blijvende inspanning. Het vereist noeste arbeid bij het eigen maken: toewijding, het opdoen van ervaring en reflectie daarop. Vandaar dat we in de titel spreken van Verborgen schatten. De beroepspraktijk is daarbij te zien als een verduisterde schatkamer. Deze bevat parels van werk, maar kent eveneens knelpunten en belemmeringen bij het vinden en verlenen van passende hulp zoals verstarde routines, gestuntel of fout gedrag.