Kinderen met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben op sommige vlakken andere behoeften dan kinderen die ‘normaalbegaafd’ zijn. Het is niet voor alle ouders duidelijk welke behoeften dit zijn: sommige kinderen met een LVB zijn erg goed in het verbloemen van hun ‘minder sterke kanten’. Het gevolg is dat deze kinderen niet altijd een veilige hechting kunnen opbouwen met hun ouders, wat weer als gevolg heeft dat kinderen niet al hun mogelijkheden kunnen benutten en zich niet voldoende kunnen ontwikkelen.
Voor kinderen en jongeren met een LVB en met dit soort ‘problemen’, zijn gezinshuizen opgericht. Een gezinshuis vangt kinderen op die niet langer thuis kunnen wonen. Zo groeien deze kinderen op in een normaal gezin, met professionele aandacht voor de problemen van het kind. Een gezinshuis verschilt van een leefgroep en een pleeggezin, omdat een gezinshuis 24 uur per dag en 7 dagen per week professionele begeleiding biedt door professionele opvoeders. Deze opvoeders hebben altijd een achtergrond in de zorg voor jeugd. Daarom beschikken ze over de juiste kwaliteiten om kinderen weer vertrouwen te laten ontwikkelen. Zorgorganisaties als Ambiq begeleiden gezinshuisouders en de kinderen. In het geval van Ambiq hebben deze kinderen een licht verstandelijke beperking en bijkomende problematiek. Dat betekent dat ze op meerdere levensgebieden problemen hebben, bijvoorbeeld gedragsproblemen, schulden en/of verslaving.