“Kun je je moeder vertellen wat dit plaatje betekent?” Even neemt hij plaats op een stoeltje om uit te leggen wat er in zijn hoofd gebeurt als het oranje of rood wordt.
Hij weet ook te vertellen dat rondjes rennen dan eigenlijk slimmer is dan ruzie maken. Dan is het weer tijd om te voetballen en ondertussen het gesprek met zijn moeder goed in de gaten te houden. Moeder spreekt al een beetje Nederlands en heeft met hulp van haar mentor bij Don Bosco een behandelaar voor haar zoontje gevonden die haar taal volledig machtig is. Samen met haar mentor plannen zij nu de volgende gesprekken met deze behandelaar in, waarbij telkens iemand vanuit Don Bosco aanwezig is. Wel zo prettig, want zij kennen haar zoon goed en zij komt haar zoon hier drie keer per week brengen en halen. Dat gaat altijd gepaard met een kop thee in de ‘ontmoetingsruimte’ en een hartelijk onthaal. Maar belangrijker is dat haar zoon hier welkom is en dat, ondanks de soms wat onhandige momenten, ook gebleven is. Dat bouwt vertrouwen.
Van oudsher was Don Bosco een opvangplek voor jongeren, waar zij veilig konden verblijven en te eten kregen. De Broeders deden toen al wat nodig was en dat is men blijven doen. Het lijkt erop dat de wereld om hen heen is veranderd en dat écht doen wat nodig is, is voorbehouden aan een smallere doelgroep. De doelgroep heeft zich zo gevormd naar de werkwijze en gek genoeg niet andersom. Voor veel kinderen en jongeren is er nu reguliere opvang, ondersteuning,
begeleiding en behandeling. Juist die kinderen en gezinnen die in de gaten van het systeem terechtkomen, kloppen nu bij Don Bosco aan. Het knappe is dat de zes medewerkers met elkaar de werkwijze en bijbehorende regels helder hebben en er tegelijkertijd op iedere regel uitzonderingen te maken zijn. Maatwerk is de norm, evenals continu evalueren en aanpassen. Hiervoor heeft men wekelijks een gestructureerd en methodisch overleg op basis van de theorie van geweldloos verzet; de ene week casuïstiek en de andere week beleid