Angst is een normale reactie op een bedreigende gebeurtenis en veroorzaakt lichame- lijke sensaties (zoals verhoogde hartslag, zweten, verwijde pupillen), subjectieve gevoe- lens van angst en paniek en bepaalde cognities over het dreigend gevaar en de eigen mogelijkheden om dit gevaar het hoofd te bieden. Deze gevoelens en cognities leiden tot motorische activiteit, namelijk vecht- of vluchtgedrag (Boer, 2011). Bij jonge kinderen bestaat dit gedrag voornamelijk uit huilen, schreeuwen en woedeaanvallen. Adolescen- ten vertonen voornamelijk lichamelijke symptomen, zoals hoofdpijn en buikpijn. Ook schoolweigering komt veel voor bij adolescenten.
Angst is een natuurlijk fenomeen dat vanuit een ontwikkelingsperspectief een adap- tieve functie heeft, namelijk het mobiliseren van eigen kracht om een uitdagende situatie te bemeesteren, resulterend in zelfvertrouwen en uitbreiding van vaardigheden (Boer, 2011). Angsten en bang zijn behoren dus bij de normale ontwikkeling (Muris et al., 2000). Bij sommige kinderen en adolescenten kunnen angstklachten echter zo toenemen dat ze veel stress veroorzaken en het dagelijks leven beïnvloeden. Dan kan gesproken worden van een angststoornis. Deze angststoornissen duren langere tijd voort en kunnen zelfs leiden tot problemen in de volwassenheid (Bernstein, Borchardt & Perwien, 1996; Essau et al., 2014; Muris et al., 2000).