Professionals uit het onderwijs en het sociaal domein spelen – naast de ouders en sociale omgeving – een fundamentele rol in de ontwikkeling van jongeren en hun begeleiding richting volwassenheid. Dit rapport gaat in op de wijze waarop professionals met sociale spanningen en de preventie van extremisme omgaan en zoekt antwoorden op de vraag welke ondersteuning zij daarbij nodig hebben. Het doel was niet om de huidige aanpak en bestaande trainingen te evalueren, maar vooral om op basis van de vragen en ervaringen van professionals tot een nadere analyse te komen van de behoeftes op individueel en algemeen niveau.
Het vinden van een antwoord op deze vragen was een complexe zoektocht. Allereerst zijn radicalisering en polarisatie twee verschillende fenomenen. Ze zijn aan elkaar verwant, maar zijn niet gelijk. Daarnaast spelen er meerdere vormen van radicalisering. Professionals maken zich zorgen om jihadistische radicalisering, maar wijzen ook op een groeiende tendens in
rechtsextremistische radicalisering. Bovendien zijn er binnen het jeugddomein belangrijke verschillen tussen het onderwijs en het sociaal domein. Verschillen die leiden tot andere accenten en uitgangspunten. Voor professionals in beide sectoren geldt echter dat zij als leraar, jongerenwerker of hulpverleners een cruciale bijdrage leveren in het leven van jongeren en jongvolwassenen, als het gaat om waardenvorming en wereldbeeld en hen weerbaarder kunnen maken in het omgaan met maatschappelijke spanningen.
In dit rapport zijn de gebruikte begrippen daarom in aansluiting op het Rijk gedefinieerd:
Extremisme
De benaming van het fenomeen waarbij personen of groepen, op buitenparlementaire wijze over de grenzen van de wet gaanen (gewelddadige) illegale acties plegen om politieke besluitvorming te beïnvloeden.
Radicalisering
Een geesteshouding waarmee de bereidheid wordt aangeduid om de uiterste consequentie uit een denkwijze te aanvaarden en die in daden om te zetten. Die daden kunnen maken dat op zichzelf hanteerbare tegenstellingen escaleren tot een niveau waarop ze de samenleving ontwrichten, doordat er geweld aan te pas komt, het tot gedrag leidt dat mensen diep kwetst of in hun vrijheid raakt of doordat groepen zich afkeren van de samenleving
Polarisatie
Polarisatie is in Rijksdefinitie de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van de segregatie (o.a. langs etnische, religieuze en andere lijnen).
Professionele eenzaamheid
In eerste deel staan de professionals en hun ervaringen met ondersteuning centraal. Veel professionals in het jeugddomein (inclusief het onderwijs) krijgen vroeger of later te maken met vragen en dilemma’s rond polarisatie en wellicht radicalisering. Ook als er geen sprake is van ernstige incidenten of risico’s, kunnen professionals zich zorgen maken over verontrustend gedrag van een jongere, over de merkbare invloed van actuele ontwikkelingen op de sfeer in de organisatie of vinden professionals het
lastig moeilijke onderwerpen bespreekbaar te maken. Te vaak is hier intern onvoldoende oog voor, waardoor er sprake kan zijn van professionele eenzaamheid en handelingsverlegenheid. Hoe ga je in gesprek met deze jongere? Wat zijn mogelijke stappen en wat zijn de mogelijke gevolgen van die stappen? Hoe ga je om met maatschappelijke spanningen die ook intern tot conflict kunnen leiden? Op dat soort vragen is het antwoord voor professionals niet altijd even duidelijk. Voor professionals zijn er soms trainingen beschikbaar, maar uit de verkenning blijkt dat het – naast trainingen – noodzakelijk is dat professionals en
organisaties ook intern het gesprek over maatschappelijke spanningen aangaan. Dan ontstaat er meer duidelijkheid en een
gedragen visie. De focus moet zodoende niet alleen op het klaslokaal of de individuele hulp- of onderwijsrelatie liggen, maar ook op het team en de organisatie. Voor het tegengaan van die professionele onzekerheid, is het creëren van een klimaat van sociale veiligheid voor jongeren èn professionals van groot belang. Is er voldoende openheid binnen de organisatie om als professionals onderling het moeilijke gesprek aan te gaan en lastige dilemma’s voor te leggen? Is er sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid of ligt het op het bordje van een enkele gedreven zorgprofessional of burgerschapsdocent? Is er ruimte voor confrontatie, zodat een gedeelde visie niet gebaseerd is op sociaal-wenselijke antwoorden?
Kortom, is er in de organisatie sprake van een open sfeer, onderlinge samenwerking en een duidelijke visie waar betrokken professionals zich in kunnen herkennen en zich door gesteund voelen? Als je daar als individuele professional, als team en als management niet voor zorgt, kan er een klimaat ontstaan waarin professionals zich onzeker voelen, zich schamen voor hun vragen en waarin er over elkaar wordt gesproken in plaats van met elkaar. Dit valt niet in een protocol vast te leggen, maar vraagt om betrokken bestuurders die een open organisatie voor staan met ruimte voor kritisch overleg en professionele feedback. En het vereist professionals, die weten waar ze terecht kunnen met vragen en die gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen om een sociaal veilig klimaat te bewerkstelligen.
Beleidsmatig zou de nadruk – naast trainingen – ook meer op de kennis en ervaring waar de professional al over beschikt kunnen worden gelegd. Scholing in religie en diverse vormen v an radicalisering kan nuttig zijn om signalen beter te kunnenduiden en kan helpen om bewust een eigen mening te vormen die gebaseerd is op feitelijke informatie. Maar naast deze kennis is het vooral van belang voldoende in te zetten op de al opgebouwde expertise als professional. Contact kunnen maken en in open verbinding blijven met jongeren zijn volgens deze gesprekspartners het belangrijkst. Professionals als leraren,jongerenwerkers en jeugdhulpprofessionals zijn daar – als het goed is – bij uitstek voor opgeleid.
Een bredere blik
Als het om polarisatie en radicalisering gaat, wordt duidelijk dat voorkomen daarvan een integrale visie vereist. Te vaak blijkt er bij radicalisering al langer sprake te zijn van zorgwekkende signalen en problemen aan het thuisfront. Ook als het gaat om de aanpak van impact van maatschappelijke spanningen is het nuttig om als jeugddomein vroegtijdig de koppen bij elkaar te steken. Investeren in vredestijd doe je niet op het moment van een crisis, maar begint veel eerder in de vorm van een vertrouwensvolle samenwerking. Vroegtijdige signalering, interventie en hulp vragen om een integrale aanpak, waarbij scholen, schoolmaatschappelijk werk, jeugdhulp, jeugd- en jongerenwerk en jeugd-ggz nauwer samenwerken. Dit is niet alleen van nut voor de aanpak van radicalisering en polarisatie, maar is van algemeen belang. Maak gebruik van elkaars kracht en expertise. Veel scholen hebben baat bij nauwere samenwerking met jeugd- en jongerenwerk, zoals in Amersfoort, Amsterdam of Tilburg gebeurt. Hierdoor voelen leraren zich beter ondersteund, bereiken jongerenwerkers meer jongeren en ontstaat er een breder netwerk, waardoor kwetsbare jongeren beter kunnen worden geholpen in een vroeger stadium. Dat blijkt ook uit het voorbeeld van de veiligheid er voor, dat zorgwekkende signalen snel worden opgevangen en tot acties leiden. In die integrale samenwerking ishet bovendien van belang dat de jeugd-ggz beter aangehaakt raakt. De jeugd-ggz kan een cruciale partner zijn, maar staat als specialistische organisatie in dit vraagstuk vaak meer op afstand. Het is van belang dat eventuele obstakels tot samenwerking zoveel mogelijk worden verholpen.