‘Jeugdbeschermers lopen steeds vaker vast op vechtscheidingen', kopte de NOS in 2022. Het bericht meldt hoe de caseload van jeugdbeschermers volloopt met kinderen die lijden onder ouders die maar niet lijken te kunnen stoppen met ruziën, soms tot zelfs professionals tegen een burn-out aanzitten. De minister voor Rechtsbescherming beloofde een andere aanpak, waarbij ‘specialistische expertise eerder beschikbaar is om ouders te helpen en hen te bewegen hun ernstige conflicten op te lossen’.
Inmiddels lopen de nodige pilots, maar is de situatie nauwelijks veranderd. Vechtscheidingen –tegenwoordig aangeduid als complexe scheidingen – vormen op alle niveaus een hoofdpijndossier voor jeugdbescherming. Veel tijd en geld gaan naar ouders, ten koste van hulp aan de kinderen.
Een recente verkenning (Chekri, 2023) bevestigt dat veel jeugdzorgprofessionals er niet goed raad mee weten. Ze staan machteloos of vinden dat het buiten de competentie van jeugdbescherming valt. Jeugdbescherming is er om jeugdigen te helpen bij een gezonde en veilige ontwikkeling, niet om de problemen van de ouders te behandelen. Waarom lukt dat niet? Wij zien mogelijkheden in de pedagogische onderbouwing van het beleid bij complexe scheidingen om de inspanningen van jeugdbescherming en jeugdzorg daadwerkelijk te richten op de kinderen van gescheiden ouders. Wat is een complexe scheiding? Wij gebruiken de Richtlijn Scheiden en problemen van jeugdigen (2020) van het Nederlands Jeugdinstituut (kortweg: ‘Richtlijn Scheiden’) als weergave van de heersende inzichten over complexe scheidingen.1 Een complexe scheiding is een scheiding “waarbij ouders door aanhoudende ernstige conflicten het wederzijds belang, maar vooral het belang en welzijn van de jeugdigen uit het oog verliezen” (p. 16, 24). Er wordt dus een situatie geschetst waarin (1) sprake is van conflicten tussen beide ouders, (2) beide ouders het belang en welzijn van de jeugdigen onvoldoende zien en (3) de ouders dat belang en welzijn uit het oog verliezen als gevolg van de scheidingsconflicten. Doordat de ouders minder beschikbaar zijn voor het kind en door de stress van de conflicten kan een ontwikkelingsdreiging ontstaan.
Interventies dienen om de ouders ertoe te bewegen om hun conflicten te beheersen en beter samen te werken. Ook interventies gericht op jeugdigen volgen meestal de gedachte dat de ouders moeten stoppen met ruzie maken. Als samenwerking niet mogelijk blijkt, wordt als tijdelijke oplossing de mogelijkheid van parallel ouderschap genoemd (p. 49). Dit is een individuele vorm van ouderbegeleiding na scheiding, waar beide ouders onafhankelijk van elkaar het ouderschap invullen.