Veel Nederlanders zijn tevreden over hun eigen leven, maar somberen over de samenleving. In het publieke en politieke debat is vaak aandacht voor dat maatschappelijk onbehagen: somberheid over hoe het land er nu en in de toekomst uitziet. Dat hoort bij elke samenleving, is een verschijnsel van alle tijden en zal ook nooit helemaal verdwijnen. Bij politiek en beleid staat het omgaan met maatschappelijk onbehagen onder Nederlanders toch hoog op de agenda. Een teveel aan maatschappelijk onbehagen kan een negatieve weerslag hebben op de samenleving en (legitimiteit van de) democratische rechtsstaat. Dat is vooral zo als dat onbehagen zich concentreert bij specifieke groepen. Veel maatschappelijk onbehagen leidt er bijvoorbeeld toe dat groepen burgers ervaren dat de overheid en samenleving niet meer aan hun verwachtingen (kunnen) voldoen. Dat kan zorgen voor maatschappelijke spanningen en de kloof tussen burger en overheid vergroten. Door recente maatschappelijke discussies, bijvoorbeeld over klimaat en stikstof, gaat het daarnaast vaak over een veronderstelde kloof tussen de (Rand)stad en het platteland. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) onderzoekt in dit rapport in hoeverre die verschillen in maatschappelijk onbehagen tussen groepen en gebieden in Nederland er zijn. We stellen niet alleen de vragen bij wie, maar ook waar in Nederland maatschappelijk onbehagen meer voorkomt en waarom. Het is belangrijk om het brede gevoel van onbehagen te ontleden in onderliggende zorgen, problemen en voorkeuren van burgers. We kijken in deze studie onder andere naar politieke opvattingen, hulpbronnen (zoals inkomen, opleiding, sociale netwerken en gezondheid), hoe mensen hun eigen maatschappelijke positie inschatten en naar het belang van hun woonplaats. Zicht op verschillen in maatschappelijk onbehagen tussen groepen en gebieden in Nederland kan helpen om nuance te brengen in het politiek- maatschappelijke debat. Ook helpt het om een meer beleidsinhoudelijk gesprek te voeren over dat onbehagen. Het plaatst zorgen over onbehagen in perspectief en brengt onderliggende problemen beter in beeld, zodat daar vervolgens oplossingen voor gezocht kunnen worden.