Sociaal werk is een relationeel beroep. Dat is het centrale thema van deze bijdrage. We schetsen het belang ervan en gaan in op wat relationeel werken inhoudt. We beschrijven de wetenschappelijke inzichten die de waarde van relationeel werken aantonen en onderbouwen. We doen dit omdat weliswaar breed bekend is dat sociaal werk een relationeel beroep is, maar dat dit in de dagelijkse praktijk ook snel onder druk komt te staan. Zo spraken wij eens een sociaal werker die veel tijd en energie in de relatie met een cliënt investeerde en hem heel langzaam nabij kwam. In een tijdsbestek van maanden bewoog ze van een gesprek op het bankje voor zijn huis, naar een gesprek op de bank in zijn huis. Tijd die ze grotendeels buiten haar formele werkuren investeerde, omdat deze in geen van de categorieën paste waarmee ze haar werk kon verantwoorden en legitimeren. De relatie, in onze visie de kern van het sociaal werk, wordt hier naar de randen van het professionele repertoire verdreven. Met deze bijdrage, willen wij relationeel werken de volle aandacht geven die het in onze ogen verdient.
In onze visie is sociaal werk in de kern een vorm van relationele zorg. Zorg vatten we daarbij breed op. Vaak wordt het begrip zorg verengd tot vormen van (professionele) hulpverlening, zoals ziekenhuiszorg, verpleeghuiszorg of gehandicaptenzorg. Maar zorg is wat mensen voor elkaar doen en heeft existentiële betekenis. Mensen zijn voor hun leven en welzijn immers afhankelijk van elkaar. We weten uit onderzoek dat hoe mensen zich tot elkaar en hun omgeving verhouden essentieel is voor welzijn en gezondheid. Het draait om betrokkenheid op de ander, om een relatie waarin zorg tot uitdrukking gebracht wordt. Een sociaal professional voegt bijzondere vormen van zorg toe, daar waar mensen zelf, door wat voor omstandigheden dan ook, verminderd in staat zijn voor zichzelf of anderen te zorgen. Hij doet dit zowel door allerlei vormen van ondersteuning te bieden als aan de kwaliteit van relaties te werken. In deze bijdrage gaan we niet zozeer in op praktische vormen van hulpverlening, zoals budgetbeheer of arbeidstoeleiding. We focussen vooral op het ondersteunen van mensen bij het aangaan, verbeteren of handhaven van verbindingen met andere mensen, ook wel het verbeteren van sociale cohesie genoemd. Sociale cohesie is belangrijk voor sociaal kapitaal, de waarde die sociale verbanden hebben voor kwaliteit van leven. Maar je werkt niet alleen aan sociale kwaliteit je doet dit ook op een sociale (lees: relationele) wijze. Dat is de kracht van sociaal werk: het op relationele, interactieve wijze bevorderen van sociale kwaliteit.
Professioneel sociaal werk beschouwen we als welzijnszorg, dus de zorg voor het welzijn van mensen. Welzijnszorg richt zich nooit alleen op een individu, hoewel hier wel het startpunt kan liggen, maar altijd ook op de omgeving, dus op de kwaliteit van sociale interacties (naast de kwaliteit van noodzakelijke materiële hulpbronnen). Als sociaal werker beweeg je je per definitie in netwerken, en deze zijn altijd relationeel van aard. In de manier waarop je je verhoudt tot actoren in deze netwerken, hoe je houding is en hoe je communiceert, komt al zorg tot uiting. En relationeel werken draagt in alle opzichten - idealiter - bij aan welzijn.