Mensen die dakloos zijn kunnen in Nederland gebruik maken van de maatschappelijke opvang (MO). In de MO krijgen zij op verschillende leefgebieden ondersteuning, met als doel om weer zo veel als mogelijk mee te doen in de samenleving. De opvang en begeleiding van dakloze mensen kent meestal een aantal stappen: a.) eerste opvang in een laagdrempelige voorziening, b.) verblijf in een crisis- of 24-uursvoorziening en beschermd wonen, en c.) van daaruit doorstroming naar (begeleid) zelfstandig wonen. Door het stap voor stap beklimmen van de ‘woonladder’ bereikt men uiteindelijk een zo zelfstandig mogelijk bestaan.
In de Verenigde Staten is een model ontwikkeld, Housing First, dat bewust kiest voor een andere route. Mensen die dakloos zijn krijgen eerst een woning en daarnaast intensieve, integrale ondersteuning bij hun verdere herstel. Het meest onderzochte Housing First model is het Pathways to Housing model dat Sam Tsemberis in 1992 in New York invoerde. In dit model richt Housing First (HF) zich expliciet op langdurig dakloze mensen met ernstige psychische problemen in combinatie met verslavingsproblemen (dubbele diagnosegroep). Het HF model werd vervolgens in Canada en Europese landen geïmplementeerd. In 2006 ging het eerste Housing First project in Nederland van start (Discus Amsterdam). In Nederland zijn er op dit moment 47 Housing First praktijken1. Terwijl in Amerika werd gekozen om HF te richten op een specifieke doelgroep, werd in Finland gekozen om de aanpak in te zetten voor een bredere doelgroep. In Nederland zien we momenteel een verbreding van de toepassing van Housing First. Waar de aanpak eerst voornamelijk gericht was op mensen die langdurig dakloos zijn geweest en kampen met ernstige problematiek, zien we dat de aanpak steeds meer wordt toegepast voor álle dakloze mensen.
Nederlandse en internationale studies naar Housing First laten positieve resultaten zien in het bestrijden van dak- en thuisloosheid (Maas, Al Shamma, Altena, Jansen, & Wolf, 2012; Padgett, Henwood, & Tsemberis, 2016; Pleace, Baptista, & Knutagard, 2019; Aubry, 2020; Loubière, Lemoine et al., 2022). Tegelijkertijd blijkt uit zowel onderzoek (Greenwood et al., 2018; Pleace et al. 2019) als praktijk dat er variatie is in hoe Housing First wordt toegepast. Dit terwijl onderzoek uitwijst dat de mate waarin praktijken trouw zijn aan het HF model (modelgetrouwheid) geassocieerd is met betere uitkomsten voor deelnemers (Goering et al., 2016). Voor Housing First Nederland, dat ondermeer een het platform biedt voor Housing First praktijken, is de variatie en het ontbreken van zicht op resultaten en het ontbreken van een kwaliteitsnorm aanleiding om opdracht te geven voor een onderzoek dat meer inzicht zou moeten geven over de stand van zaken wat betreft de toepassing van het Housing First model en uitkomsten van deelnemers.