Met dit briefadvies geeft de SER een eerste reactie op de vraag van het kabinet om te adviseren over sociaal-economische gezondheidsverschillen.1, 2 De raad adviseert het beleid vooral te richten op het wegnemen van maatschappelijke oorzaken van gezondheidsrisico’s én op het verbeteren van de gezondheid van iedereen, met gerichte en extra aandacht voor mensen in een kwetsbare positie. Hiervoor geldt een collectieve verantwoordelijkheid,3 waar het overheidsbeleid tot dusverre vooral gebaseerd is op de individuele verantwoordelijkheid van de burger.
Een integrale, domeinoverstijgende aanpak is nodig, gericht op het gezondheidsdomein, de arbeidsmarkt, de sociale zekerheid, het sociaal domein, het onderwijs en de leefomgeving. Daartoe formuleert de raad de volgende beleidsrichtingen, ingevuld met aanbevelingen en beleidsvoorstellen:
■ Versterk de aandacht voor gezondheidsimplicaties bij het overheidsbeleid in brede zin en zorg ervoor dat dit structureel en langjarig is ingebed. Dit vraagt om een duidelijke regie en eindverantwoordelijkheid van de Rijksoverheid. Bevordering van gezondheid van alle mensen moet centraal staan in (de voorbereiding van) het volledige overheidsbeleid (health in (and for) all policies) met gerichte aandacht voor het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen.
■ Bevorder bestaanszekerheid om een gezond leven te kunnen leiden. Dat betekent: het verkrijgen en behouden van gezond werk, voldoende én toereikend inkomen (en middelen van bestaan), voorkomen van financiële problemen, toegang tot een betaalbare en gezonde woning, en toegang tot onderwijs en gezondheidszorg.
■ Zorg dat iedereen die dat kan, goed betaald werk kan verrichten. Er moet dringend werk worden gemaakt van een inclusievere en gezondere arbeidsmarkt.
■ Neem maatregelen om de gezondheid van jonge kinderen te vergroten. Maak meer vaart met de Gezonde Generatie. Tijdens de zwangerschap en in de eerste