Etnisch gerelateerde verschillen in de straftoemetingomslag

Etnisch gerelateerde verschillen in de straftoemetingomslag

Gratis

Omschrijving

Enerzijds kan vanuit het gelijkheidsbeginsel worden afgeleid dat gelijke gevallen gelijk bestraft moeten worden, anderzijds geven eerdere (internationale) wetenschappelijke onderzoeken een indicatie dat er structurele verschillen in de straftoemeting waar te nemen zijn tussen bepaalde etnische dadergroepen. Hoewel instrumenten ten behoeve van consistentie in straftoemeting zijn geïntroduceerd in Nederland, blijft er door de relatief ruime discretionaire bevoegdheid van de rechter de mogelijkheid bestaan dat structurele verschillen in straftoemeting tussen bepaalde sociale dadergroepen optreden.


De straftoemetingsbeslissing is complex: verschillende (soms conflicterende) strafdoelen worden in overweging genomen, er is sprake van tijdsdruk en volledige informatie om bijvoorbeeld de gevaarlijkheid van de dader in te schatten ontbreekt. Straftoemetingstheorieën beschrijven dat inschattingen van een passende straf door rechters worden gebaseerd op de informatie die beschikbaar is, zoals de ernst van het delict en het criminele verleden, aangevuld met stereotiepe beelden van onder andere de etniciteit van de dader. Hierdoor kunnen mogelijk (onbewust) etnische verschillen in de straftoemeting optreden.

Tegen deze achtergrond staat in deze studie de vraag centraal in hoeverre er sprake is van verschillen in beslissingen van rechters over strafsoort (gevangenisstraf versus een andere straf) en strafmaat (duur van de gevangenisstraf) tussen daders met verschillende etniciteit.
Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden, is gebruik gemaakt van uniek rijke en gedetailleerde onderzoeksgegevens, namelijk drie verschillende gegevensbestanden over alle veroordeelden in 2007, mensen bij wie de RISc is afgenomen in de periode 2005-2007 en gedetineerden in het Prison Project.
In bovenstaande bestanden is niet alleen gedetailleerde informatie bekend over de etniciteit van daders (bijvoorbeeld de mogelijkheid om zowel eerste- als tweedegeneratieallochtonen te onderscheiden), maar ze bevatten ook zeer uitgebreide gegevens over andere delict-, dader- en proceskenmerken.

Dat betekent een belangrijke vooruitgang ten opzichte van eerder Nederlands onderzoek naar etnisch gerelateerde verschillen in straftoemeting. Eerder straftoemetingsonderzoek in ons land is veelal gebaseerd op een bepaald type delict, weinig gedetailleerde data en minder geavanceerde onderzoeksmethoden. Een belangrijke kracht van het huidige onderzoek is dat meerdere bestanden met gedetailleerde gegevens over de strafzaak en de dader worden geanalyseerd door gebruik te maken van geavanceerde onderzoeksmethoden.
Hierdoor kunnen de verbanden tussen etniciteit en straftoemeting nauwkeuriger worden ingeschat, kan meer inzicht in de robuustheid van de resultaten worden verkregen en is de generaliseerbaarheid van de bevindingen groter dan in voorgaand straftoemetingsonderzoek. Het antwoord op de centrale onderzoeksvraag naar etnisch gerelateerde verschillen in de straftoemeting blijkt vier geledingen te kennen.
Een eerste antwoord is dat als we geen rekening houden met andere straftoemetingsfactoren er substantiële verschillen blijken te bestaan tussen etnische groepen: daders met een allochtone herkomst krijgen substantieel vaker en langere gevangenisstraffen opgelegd.