Internationaal onderzoek heeft inzicht opgeleverd in de belangrijkste ethische uitdagingen waarmee sociale
professionals geconfronteerd werden bij aanvang van de covid-19-pandemie:
• Dienen professionals de richtlijnen van overheden en instellingen op te volgen of is het beter om te
vertrouwen op het eigen professionele oordeelsvermogen?
• Hoe kunnen professionals een verantwoorde afweging maken tussen direct contact en digitaal contact
met dienstengebruikers?
• Hoe kunnen in geval van schaarste op verantwoorde wijze prioriteiten worden gesteld in de
dienstverlening?
• Hoe kunnen conflicterende belangen van dienstengebruikers en van professionals en anderen op een
goede manier tegen elkaar worden afgewogen?
• Hoe kan goede zelfzorg voor professionals worden gehandhaafd tijdens de emotionele belasting door
stress en onveiligheid vanwege een crisissituatie?
Aanvullend onderzoek door middel van een enquête onder Nederlandse sociale professionals laat zien dat deze
uitdagingen in verschillende mate vóórkomen. Terwijl meer dan 70% van de respondenten de beperkingen in
direct contact met dienstengebruikers als belastend heeft ervaren, heeft minder dan 30% het moeten stellen
van prioriteiten als belastend ervaren. De belasting door tekortschietende mogelijkheden voor goede zelfzorg
varieert tussen 30 en 70%, afhankelijk van het aspect dat aan de orde wordt gesteld. In grote lijnen blijken de
professionals met name behoefte te hebben aan direct contact - vooral met dienstengebruikers, maar ook met
collega’s – en verder aan goede richtlijnen en randvoorwaarden voor hun werkzaamheden.
Uit nader onderzoek door middel van focusgroepen rijst het beeld op van een ethische infrastructuur die
professionals houvast kan bieden, met name maar niet uitsluitend in crisissituaties. De basis voor dat houvast
wordt idealiter gevormd door een solide lokale praktijk van communicatie en reflectie, vooral in teamverband,
maar ook in de contacten met leidinggevenden en samenwerkingspartners. Boven op deze horizontale basis zijn
meer verticaal tot stand gekomen procedurele en procesmatige beleidskaders aanwezig. Deze beleidskaders
worden op hun beurt bij voorkeur echter ook aan de lokale praktijk van communicatie en reflectie
onderworpen in een verticale dialogische wisselwerking tussen uitvoering en beleid. Inhoudelijke ethische
richtlijnen zijn voedend voor deze gehele structuur.
Op basis van deze inzichten is een beknopte en toegankelijke ethische handreiking voor sociale professionals
opgesteld. Deze handreiking is gebaseerd op inzicht in de belangrijkste gebieden waarop ethische uitdagingen
kunnen ontstaan: het welzijn en het zelfbeeld van de professional, de kwaliteit van de werkzaamheden en de
randvoorwaarden, en de beroepsethiek en de ethiekondersteuning. De handreiking is erop gericht de
belangrijkste ethische knelpunten te signaleren en zodanig op te pakken dat ook in tijden van crisis op een
meer structurele wijze wordt gewerkt aan het versterken van de ethische basis voor het functioneren van
professionals en organisaties. Bijlage 3 van dit onderzoeksrapport bevat de definitieve versie van de ethische
handreiking.
Een verrassende bijvangst van dit onderzoek was overigens dat de ontwikkelde handreiking niet alleen voor
crisissituaties geschikt bleek te zijn, maar ook voor meer alledaags gebruik. Bovendien zagen deelnemers aan
de focusgroep-bijeenkomsten ook andere toepassingsmogelijkheden voor de handreiking, zoals als onderlegger
voor gesprekken in de lijn van de organisatie, met andere organisaties en met opdrachtgevers en financiers.
Deze aspecten betreffende de functionele flexibiliteit van de handreiking vragen om vervolgonderzoek, evenals
een toegankelijke digitalisering ervan.