Dit dossier is onderdeel van een onderzoek naar het effect van de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld.
Het doel is meer inzicht in de aanpak krijgen, om vervolgens (beter) regionaal en gemeentelijk beleid te kunnen ontwikkelen. Dit dossier gaat specifiek over partnergeweld.
13 veilig thuis-regio’s
In 13 Veilig Thuis-regio’s volgt het Verwey-Jonker Instituut anderhalf jaar lang gezinnen met kinderen waar partnergeweld of kindermishandeling speelt. Dit gebeurt vanaf het moment van melding bij Veilig Thuis. Het Verwey-Jonker Instituut voert het onderzoek uit in opdracht van Augeo Foundation, het ministerie van VWS, de G4-gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht en negen andere Veilig Thuis-regio’s: Flevoland, Gooi en Vechtstreek, Groningen, IJsselland, Kennemerland, Noord-Oost Brabant, Midden-Brabant, Twente en Zaanstreek-Waterland.
Tijdens het onderzoek vullen gezinnen (ouders en kinderen) drie keer in anderhalf jaar vragenlijsten in. Dit dossier gaat in op specifieke resultaten van de eerste meting, namelijk de aard en frequentie van het partnergeweld. De eerste meting liep van 2016 tot in de zomer van 2018. Er deden 1855 respondenten mee.
Eerder prevalentieonderzoek
In 2018 vond een prevalentieonderzoek naar huiselijk geweld plaats onder de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder.
Een prevalentieonderzoek meet het aantal gevallen in een bepaalde groep mensen in een bepaalde tijd. Uit het onderzoek kwam naar voren dat 5,5% van de volwassenen in de afgelopen 5 jaar naar eigen zeggen wel eens te maken had gehad met fysiek en/of seksueel geweld in een afhankelijkheidsrelatie. Het gaat om 6,2% van de vrouwen en 4,7% van de mannen.
Dit is een voorzichtige schatting, waarschijnlijk ligt het percentage hoger. Dit komt doordat het prevalentieonderzoek alleen gericht was op fysiek en seksueel geweld, niet op psychisch geweld. Ook leert de ervaring dat een vragenlijstonderzoek de meest ernstige zaken doorgaans minder goed bereikt. Het feit dat onder de non-respons meer meldingen van huiselijk geweld bij de politie voorkwamen dan onder de respons, bevestigt dit laatste punt.
Partnergeweld in gezinnen
Het onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut richt zich op gezinnen met een melding bij Veilig Thuis. Omdat informatie over aard, frequentie en duur van partnergeweld van belang is voor gemeenten én hulpverleners gaat dit dossier specifiek over het partnergeweld in de deelnemende gezinnen. De belangrijkste bron is de Revised Conflict Tactics Scale (CTS2). Die meet in welke mate (ex-)partners
betrokken zijn bij fysiek, psychisch en seksueel geweld tegen elkaar in het jaar vóór de invuldatum. De informatie van de partners over zichzelf en over elkaar wordt aangevuld met informatie van de kinderen in het gezin. Ook zij vulden de vragenlijst in over het partnergeweld dat zij zagen. Het gaat om een deelpopulatie van de totale populatie kinderen: de kinderen tussen 8 en 18 jaar die de vragenlijst invulden.