Hoe ga je als jeugdwerker om met het toenemend extremisme bij de jongeren met wie je werkt? Ook de jongerenwerkers actief in de Kanaalzone van Brussel, met onder meer Molenbeek en de Anneessenwijk, werden nadrukkelijk met die vraag geconfronteerd. Vooral Molenbeek kreeg na de aanslagen in Parijs (2015) en Brussel (2016) zowel nationaal als internationaal een negatieve reputatie. Voor Donald Trump was Molenbeek ‘a hellhole’. Persmedia van over heel de wereld streken neer in deze omgeving die ze omschreven als een brandhaard van moslimextremisme. Ook het feit dat nogal wat jongeren uit die buurt zich aanmeldden als Syriëstrijder deed de reputatie geen deugd. Jongere en oudere bewoners herkenden zichzelf niet in de hardnekkige etiketten en cliché’s die werden opgedrongen. Ook de jongerenwerkers voelden zich onbegrepen door de buitenwereld. Jarenlang kregen ze nauwelijks aandacht voor hun intense werk. In de toenmalige sfeer van angst en wantrouwen werden ze, door sommigen, zelfs verdacht gemaakt als intermediairs van radicalisering.
Tegen deze achtergrond namen jongerenwerkers en onderzoekers uit Brussel het initiatief voor een twee jaar durend actie-onderzoek met als doel een alternatief discours te ontwikkelen inzake radicalisering. Het kreeg de naam ‘Rise Up’.