Praktijkgericht onderzoek is een samenspel tussen praktijk en wetenschap. Vanuit een vraag of probleem uit het werkveld en/of de professionele praktijk gaan hogescholen of professionals op zoek naar kennis, inzichten, producten en diensten die bijvoorbeeld bijdragen aan nieuwe methoden of verbetering van bestaande werkprocessen.
Praktijkgericht onderzoek is per definitie kwalitatief (participatief) onderzoek of zelfs actiegericht waarbij samengewerkt wordt met de klantgroep.
Er is flink wat kennis beschikbaar over de opzet en aanpak van praktijkgericht onderzoek en in deze special komen nadrukkelijk uitwerkingen in de praktijk aan de orde. Voorbeelden van goed uitgevoerde praktijkonderzoeken waarbij ook de do's and dont's aan de orde zijn. Wat was het probleem, hoe is het onderzoeksdesign, hoe is de samenstelling van het team en hoe verliep het proces. Het doel van deze special is leren van gevallen en daarbij het nut van de reconstructie van casuïstiek.
In deze editie lees je onder andere:
Deze dikke editie van zo'n 120 pagina's wil je niet missen!
Professionele intuïtie is belangrijk om je werk als (jeugd) zorgprofessional goed te kunnen doen. Maar intuïtie alleen is niet altijd genoeg, ziet André Koffeman, hoofddocent aan de Masteropleiding Pedagogiek bij de Hogeschool van Amsterdam. Leren in- en uitzoomen, gebruikmaken van theoretische kennis en zoveel mogelijk perspectieven betrekken bij je werk: dát maakt oplossingen en interventies kansrijk.
De vedette betreedt het veld. Het is de finale. Als de toeschouwers hem in het vizier krijgen, gaat er een golf van verbazing door het stadion. De wereldster in zijn nadagen zwaait naar iedereen die bezwaaid wil worden. Het publiek juicht en klapt de handen stuk.
Onderzoek laat zien dat gebouwen een grote invloed hebben op hoe wij ons als mens gedragen en voelen. Veel van dit onderzoek wordt uitgevoerd door mensen te bevragen naar hun ervaringen in bepaalde ruimten of gebouwen. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan door middel van vragenlijsten of interviews. Bij mensen met (vergevorderde) dementie is dit vaak lastiger, vooral wanneer zij moeite krijgen om zich (verbaal) te uiten. Desondanks spendeert juist deze groep een groot deel van zijn of haar tijd binnenshuis. Daarom zijn wij op zoek gegaan naar hoe we de ervaring van mensen met dementie in een verpleeghuis in kaart kunnen brengen. Hoe ziet hun dagelijks leven eruit? Hoe voelen ze zich daarbij? En wat is de rol van de gebouwde omgeving hierin?
Beelden vertellen meer dan alleen woorden. In dit artikel wil ik pleiten voor de kracht van het inzetten van foto’s tijdens het afnemen van interviews. Het doel is om sociaal werkers en studenten sociaal werk de methode foto-elicitatie aan te reiken teneinde hun onderzoekend vermogen te versterken.
Stel je eens voor dat iemand ervoor kon zorgen dat huiselijk geweld niet meer voorkomt. Of een methode ontwikkelt waardoor álle kinderen goed leren lezen en rekenen. Of dat iemand iets weet te beden- ken, waardoor mensen zich veiliger gaan gedragen op de weg. Of iets bedenkt waardoor de jeugd niet meer verslaafd raakt aan gokken of alcohol.
Als maatschappelijk werker en cliëntondersteuner ben ik mij de afgelopen jaren steeds meer gaan verbazen over de toegenomen bureaucratie waarin sociaal werkers en inwoners hun weg moeten vinden. Iedere sociaal professional krijgt vandaag de dag slechts een ‘klein’ onderdeel van de totale hulpvraag. Dit zorgt voor versnippering in het handelen; men werkt vanuit eilandjes en er is weinig verbinding met elkaar. Hierdoor ontstaan er schotten tussen de verschillende domeinen en krijgen inwoners te maken met een groot aantal hulpverleners over de vloer. Dit zorgt voor ruis en verwarring. Want hoe weet de inwoner bij wie hij terecht kan met welke vragen?
Praktijkgericht onderzoek is complex. Onderzoekers kunnen tegen lastige normatieve vragen aanlopen. Om hier integer mee om te gaan kunnen ze gebruikmaken van diverse hulpmiddelen.
‘Wie ben ik? Waar ben ik goed in? En waar wil ik naartoe? Waar liggen de kansen om langdurig een betaalde baan te vinden die bij mij past, waar ik vrolijk en gelukkig van word en geschikt voor ben?’ Dit waren vragen die Hakeem zichzelf stelde om erachter te komen waar voor hem mogelijkheden lagen om binnen de Nederlandse samenleving voor langere tijd een betaalde baan te vinden die bij hem paste. Dit is hoe hij zijn loopbaan in Nederland begon.
Wereldwijd lijden circa 10% van de kinderen en een van hun ouders na een scheiding zonder grondige reden aan contactverlies. Deze relatiedynamiek wordt vaak onvoldoende onderkend. Betrokkenen en professionals zwemmen vaak in de fuik van de weerstand van kinderen tegen contact: zij weten niet hoe zij dit relatie-ondermijnende pro- ces na een scheiding moeten stoppen. Dit artikel is gebaseerd op de internationale conferentie Reunification and Recovery in Haifa in juni 2022, georganiseerd door de International Academy of Practice with Alienated Children. Tijdens dit congres werd de actuele kennis ge- deeld over dit onderwerp. Er is veel te leren over de kennis, houding en vaardigheden die noodzakelijk zijn om dit vaak traumatische contactverlies te keren.
Het hulpverleningslandschap verandert snel, en in de residentiële jeugdhulp is dat niet anders . De veranderingen zorgen voor spanningen en tegenstrijdigheden in het veld. De laatste decennia wordt er sterk gefocust op het werken met de context en het netwerk van de jongeren in de jeugdhulp. Het belang hiervan wordt onderstreept door het Vlaamse beleid inzake jeugdhulp én wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot het leefklimaat in de residentiële jeugdhulp.
Je bent gevlucht nadat je bij een bombardement familie zag om komen. Tijdens de vlucht ben je mishandeld en in Nederland is je toekomst nog onzeker. Je kampt met nachtmerries, herbelevingen en stressklachten. De huisarts op het AZC stuurt je naar de ggz, maar jij snapt weinig van deze verwijzing.
De maatschappij verandert voortdurend en dat brengt nieuwe vraagstukken met zich mee. Zo zijn jongeren kwetsbaarder geworden door de coronacrisis en de sociale isolatie die dit bracht. De energiecrisis geeft financiële problemen en druk op de bestaanszekerheid van menig mens. Sociale professionals worden uitgedaagd hierin niet alleen te signaleren en te handelen, maar ook te agenderen, (interprofessioneel) samen te werken en passende oplossingen mogelijk te maken om de kwaliteit van leven van mensen te versterken. Dat vraagt om nieuwe kennis en kunde. Met praktijkonderzoeken die reflectie, samenwerking en ontwikkeling bevorderen, kan verschil worden gemaakt. Professionals met een Master of Social Work kunnen dit.
Maatschappelijke uitdagingen, zoals een vergrijzende bevolking, arbeidstekorten in zorg en welzijn en het verkleinen van gezondheidsverschillen door onder andere het bevorderen van een gezonde leefstijl en leefomgeving, zijn complexe vraagstukken waarmee we als samenleving te maken hebben(1, 2).
Tot nu toe lukt het onvoldoende om integrale zorg voor risicojongeren in de praktijk te realiseren. Al lijken plannen op papier veelbelovend, de praktijk blijkt vaak weerbarstig. In ‘Van papier naar praktijk’ proberen we samen met de praktijk een integrale aanpak in de praktijk te ontwikkelen tot een werkzame aanpak.
Een praktijkonderzoek naar de samenwerkingsrelatie tussen raadsonderzoekers en ouders en de rol van Signs of Safety
In het kader van de master Social Work heeft Gersom Stroop met ouders en collega raadsonderzoekers onderzocht wat een goede samenwerkingsrelatie tussen hen typeert. Daarnaast heeft hij gekeken in welke mate de Signs of Safety benadering daaraan kan bijdragen. In dit artikel worden de aanleiding, het verloop en de resultaten van het praktijkonderzoek beschreven
Een wijkgericht gezondheidsbevorderend groepsprogramma voor en door thuiswonende senioren.
Met dank aan Hester Smid, Joke Bakker, Miranda van Niel, Fenna van Nes, Anke Heijsman voor het geven van feedback op eerdere versies van dit arti- kel. Hester en Joke zijn ook senioren en initiatiefnemers van Wij Ouder Wijzer in Amsterdam. Miranda van Niel, Fenna van Nes en Anke Heijsman zijn docent/onderzoeker bij het Lectoraat Ergotherapie - Participatie en Omgeving van de Hogeschool van Amsterdam; Fenna van Nes en Anke Heijsman werken sinds 2013 aan de (door)ontwikkeling van het Gezond Actief Ouder Worden programma.
In dit artikel worden de ervaringen met het werken in fi eldlabs volgens de Urban Innovation aanpak gedeeld. Daarbij wordt ingegaan op wat de Urban Innovation aan- pak is, waarom die aanpak nodig is, welke factoren de aanpak belemmeren en welke ontwikkelrichtingen er zijn voor het verbeteren van praktijkgericht onderzoek.
Praktijkgericht onderzoek is een samenspel tussen praktijk en wetenschap. Vanuit een vraag of probleem uit het werkveld en/of de professionele praktijk gaan hogescholen of professionals op zoek naar kennis, inzichten, producten en diensten die bijvoorbeeld bijdragen aan nieuwe methoden of verbetering van bestaande werkprocessen.
Praktijkgericht onderzoek is per definitie kwalitatief (participatief) onderzoek of zelfs actiegericht waarbij samengewerkt wordt met de klantgroep.
Er is flink wat kennis beschikbaar over de opzet en aanpak van praktijkgericht onderzoek en in deze special komen nadrukkelijk uitwerkingen in de praktijk aan de orde. Voorbeelden van goed uitgevoerde praktijkonderzoeken waarbij ook de do's and dont's aan de orde zijn. Wat was het probleem, hoe is het onderzoeksdesign, hoe is de samenstelling van het team en hoe verliep het proces. Het doel van deze special is leren van gevallen en daarbij het nut van de reconstructie van casuïstiek.
In deze editie lees je onder andere:
Praktijkgericht onderzoek brengt praktijk en wetenschap bij elkaar. Onderzoekers ontwikkelen in samenwerking met de praktijk kennis die bijdraagt aan de innovatie en verbetering van die praktijk. Zo verstevigt het de basis van het sociaal werk. Praktijkgericht onderzoek is in opkomst, omdat het de meerwaarde en effectiviteit van het sociaal werk inzichtelijk kan maken en vergroten: overheden willen graag weten of hun geld goed besteed wordt. Bovendien draagt het bij aan deskundigheidsbevordering van professionals.
De autonomie van sociale wijkteams staat onder druk. Dit wordt mede veroorzaakt door de hoge werklast, de vele personeelswisselingen en de roep vanuit gemeenten om continue verantwoording en registratie. Het gevolg is dat er veelal ad hoc wordt gehandeld, wat weer effect heeft op het vakmanschap.
De Haagse Hogeschool en Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden hebben een participatief actieonderzoek gedaan om de samenwerking rond complexe huiselijk geweld situaties te versterken. Dit heeft geleid tot versterkingen in multidisciplinaire overleggen: een actievere deelname van gezinnen hieraan en meer structuur voor een gezamenlijke analyse en plan van aanpak.
De jeugdzorgsector is een turbulente sector. Vanuit de samenleving wordt de roep om een stelselwijziging steeds sterker. Organisaties binnen de jeugdbescherming zijn zoekende binnen hun samenwerkingsrelaties met gemeenten en zijn in sommige situaties genoodzaakt om moeilijke keuzes te maken: wie wordt er wel geholpen en wie niet? De professional bevindt zich midden in dit krachtenveld en heeft te maken met een toe- nemende complexiteit in casuïstiek en de daarmee samenhangende werkdruk, hetgeen een groot beroep doet op hun weerbaarheid.