In februari veroorzaakte de PVV van Geert Wilders commotie door te stellen dat asocialen naar ‘tuigdorpen’ verbannen moeten worden. Daarmee laaiden de discussies over het thema
onmaatschappelijkheidsbestrijding weer op. Daarbij viel herhaalde malen de naam van Herman Milikowski. Wie was hij? Wat deed hij? En, wat is zijn betekenis voor onze tijd?
Het betrekken van de eigen contacten van jongeren bij de begeleiding. Dat schiet er in de jeugdzorg en maatschappelijke opvang nogal eens bij in. Hoe kun je op een methodische manier aandacht besteden aan herstel van oude, vaak beschadigde contacten of de opbouw van een nieuw netwerk?
Rianne van den Heuvel participeerde in de leefwereld(en) van kwetsbare meiden en luisterde naar hun verhalen. Daardoor heeft ze meer zicht gekregen op de denkbeelden van deze meiden. Kijk
minder vanuit algemene invalshoeken en meer vanuit de jongeren zelf, betoogt ze. ‘Juist door kennis te exploreren in de eigen omgeving van deze meiden, kan de onderzoeker hun perspectief
op de wereld achterhalen.’
Het begon met een experiment, zo’n twaalf jaar geleden. In Zwolle gaan de jongerenwerker en de wijkagent samen op pad. Heeft dat geen nadelig effect op het vertrouwen dat je als jongerenwerker
opbouwt met de jongeren? ‘Het is belangrijk om bij alles wat je doet, je te realiseren dat het moet passen bij je rol en functie.’
Isoleer asocialen in tuigdorpen, vindt de PVV. De vraag is vooralsnog hoe serieus het voorstel is. Maar dat dit idee niet nieuw is, blijkt uit de geschiedenis van de sociale sector. Wat kunnen we van die geschiedenis leren om overlast en asociaal gedrag te bestrijden en voorkomen?
Isoleer asocialen in tuigdorpen, vindt de PVV. De vraag is vooralsnog hoe serieus het voorstel is. Maar dat dit idee niet nieuw is, blijkt uit de geschiedenis van de sociale sector. Wat kunnen we van die geschiedenis leren om overlast en asociaal gedrag te bestrijden en voorkomen?