Armoede: voor een deel van de mensen een ver-van-mijn-bed-show, voor een ander deel de harde realiteit. Ook in Nederland, een van de rijkste landen ter wereld, heerst armoede en bij meer mensen dan je zou denken. Het is voor een deel van de Nederlandse bevolking moeilijk om het hoofd boven water te houden.
Armoede gaat echter vaak gepaard met problemen op diverse leefgebieden; mensen die niet genoeg geld hebben schamen zich hier vaak voor en zoeken soms een toevlucht in verdovende middelen of gaan zich sociaal isoleren. Dit heeft effect op het hele gezin en de ontwikkeling van kinderen.
Een greep uit de artikelen:
Het aantal mensen dat in armoede leeft neemt al jaren toe. 2,6 miljoen huishoudens komen moeilijk rond en 1,4 miljoen mensen hebben financiële problemen. Een op de dertien kinderen groeit in armoede op.
In 2020 telde Nederland 221.000 kinderen die opgroeiden in gezin- nen met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Deze armoede is ongelijk verdeeld en Limburg telt als provincie meer dan gemiddeld ‘arme’ huishoudens: een op de acht kinderen in de provincie groeit op onder de armoedegrens.
De afgelopen jaren zijn zowel in het beleid om armoede tegen te gaan als in de maatschappelijke denkbeelden over armoede een aantal zaken ten goede veranderd. Dat betekent niet dat we nu op onze han den kunnen gaan zitten. Het aantal huishoudens dat met armoede en schulden kampt, stijgt immers nog steeds. Roeland van Geuns en Mirre Stallen zetten uiteen wat er volgens hen nog meer nodig is om daad werkelijk een eind te maken aan armoede en schuldenproblematiek
We kregen signalen dat vrouwen en kinderen in onze opvang- en be- W handelvoorzieningen ver onder het bestaansminimum leefden. Hoe kon dit? Niemand had er echt een goed beeld van. We gingen in gesprek met de cliëntenraad. De gesprekken waren indringend. Er kwam een alarmerend beeld op tafel. Structurele armoede en problematische schulden waren eerder regel dan uit- zondering. Iedereen had een verhaal, niemand uitge- zonderd. Een verhaal waaruit duidelijk werd dat geld voor een kortere of langere tijd hun leven ontwricht had. Sommigen zaten er nog middenin. Geld bleek voor iedereen een enorme worsteling, een mega stressfactor.
Hoewel Nederland tot de rijkste landen van Europa behoort, is ook hier armoede. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat eenouder gezinnen, mensen met een niet westerse achtergrond, bijstands ontvangers en alleenstaanden onder de 65 jaar een grote kans op ernstige armoede hebben. De armoede uit zich onder meer in (zeer) beperkte financiële middelen, sociale uitsluiting, gezondheidsproblematiek en beperkte toegang tot onderwijs.
‘Dit zijn gewoon staatsontvoeringen’, slingert opgewonden standje Peter Pannekoek mijn woonkamer in. Ik lig onder uitgezakt op mijn bank naar wat welverdiende verstrooiing te kijken. Het is het programma ‘Dit was het nieuws’. Humor om te lachen. En dan krijg je dit. Cabaretier Peter Pannekoek fulmineert tegen premier Rutte en consorten. En hij gaat er met gestrekt been in. Het gaat over de 1675 uithuis geplaatste kinderen van ouders die onterecht beschuldigd werden van toeslagfraude door de belastingdienst. Ik vraag me af of Pannekoek een punt heeft? Kun je zeggen dat de Nederlandse staat kinderen ontvoert?
Aan het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw introduceerde de Amerikaanse antropoloog Oscar Lewis (1914-1970) het begrip culture of poverty of, in het Nederlands, armoedecultuur. Het begrip leidde tot verhitte debatten over oorzaken, gevolgen en de aanpak van armoede. Een aantal aspecten van dat debat is nog steeds relevant – zeker ook voor sociaal professionals die te maken hebben met armoede.
Corona gaat niet meer weg. In dat besef heeft het kabinet een lange termijnstrategie geformuleerd. Het openhouden van de samenleving en de zorg heeft de prioriteit. Een effectieve aanpak van schulden problematiek en zeker het voorkomen dat het aantal huishoudens met financiële problemen in de komende tijd toeneemt, zijn in dat kader een van de vele bouwstenen.
Wereldwijd, in landen arm èn rijk, is op elke drie kinderen één kind onveilig gehecht aan zijn of haar vader, moeder of an dere opvoeder. Eén op de drie onveilig gehechte kin deren is dat weer in ernstige mate. Dat zijn de liefde loos of ‘opvoedloos’ grootgebrachte kinderen. De kinderen die zijn mishandeld, verwaarloosd en/of misbruikt.
Op de lijst met rijkste landen van de wereld staat Nederland op de vierde plek (Gobal Wealth Report, 2020). Desondanks staat de bestaanszekerheid van steeds meer landgenoten onder druk. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP, 2020) meldt dat een half miljoen Nederlanders langdurig armoede ervaren en het Nibud (2019) heeft berekend dat een op de vijf volwassenen betalingsproblemen heeft.
In één divisie is Rotterdam al jaren onbetwist koploper. Nee, het gaat nu niet over voetbal. Mochten ze willen. In Nederland is Rotterdam de stad met de meeste inwoners die in armoede leven. Een op de zes kinderen in Rotterdam leeft onder de armoedegrens. En dat is nog goed nieuws ook, want enkele jaren geleden ging het zelfs om bijna een op de vier Rotterdamse kinderen. Hoe is het eigenlijk om in armoede te leven? Uw kordate correspondent begaf zich onder het volk en ontmoette vier echte arme Rotterdamse kinderen en hun moeder.
In het rijke Nederland groeien nog steeds kinderen op in armoede, met alle gevolgen van dien. In Rotterdam bieden informele organisaties integrale ondersteuning aan gezinnen in armoede. Om deze werkwijze methodisch te onderbouwen, is de aanpak enige tijd gevolgd. De werkzame elementen van deze aanpak zijn samengevat in acht succesfactoren.
Ervaringsdeskundigen in armoede zijn mensen die lange tijd in armoede geleefd hebben en die na opleiding ingezet worden als professionals om de kloof tussen de wereld van mensen in armoede en de wereld van organisaties te overbruggen (Casman, 2010) en de leefwereld van de cliënt te vertalen naar de professional en andersom (Kenniscentrum Sociale Innovatie,2018). Waarin verschilt ervaringsdeskundigheid bij mensen die opgroeien in armoede van die van ervaringsdeskundigen in de ggz? Na een beschrijving van de herkomst van ervarings deskundigheid in armoede, gaan de auteurs in op de betekenis van het herstelconcept in deze context, in vergelijking met die in de ggz.
In de Academische Werkplaats Jeugd in Twente (AWJT) is OVER DE AUTEURS Anneke Hoitinga is als ervaringswerker betrokken bij verschillende projecten, die vaak te maken hebben met armoede. Hiernaast is ze vrijwillig een aantal dagde- len per week werkzaam als onderwijsassistent op verschillende basisscholen. Margriet Braun werkt als associate lector Jeugd bij het lectoraat Social Work van Saxion. Daar doet zij onderzoek om de kwaliteit van de zorg voor jeugd te vergro- ten. Het onderzoek gaat veelal over wat de professional doet in het contact met gezinnen en jeugdigen (methodisch handelen) en over effectiviteit. 46|Sozio 2 juli 2022 sinds 2017 gewerkt aan de ontwikkeling van het pro gramma ‘Gezonde Kinderen in krappe tijden’. Het programma richt zich op het bevorderen van de ge zondheid van ouders en kinderen die opgroeien in een gezin in armoede. Een verbeterde gezondheid van de ouders, zo is het idee, heeft een positieve werking op de gezondheid van de kinderen.
In het Participatiehuis in ’s-Hertogenbosch zijn klanten deelnemers. Zo ontwerpen en onderhouden zij zelf de tuin, maar kunnen zij ook met een virtual reality (VR)-bril verschillende beroepen van binnenuit be- kijken. Wat het Participatiehuis vooral bijzonder maakt is dat deel- nemers die voor de gemeente vaak jarenlang niet meer scherp in beeld waren, hier meedoen en meetellen. Niet in de eerste plaats om wat ze wel of niet kunnen, maar omdat ze er zíjn.
Eind mei 2021. Het land gaat langzaam weer open na de tweede lockdown. Ieder- een kijkt uit naar de vakantie. Er hangt hoop in de lucht. Op dat moment krijg ik een mailtje van een praktijkondersteuner (poh’er) uit een van de lokale huisartsenpraktijken. Ze mailt mij, omdat ik voorzit- ter ben van onze lokale caritasinstelling. Een van onze belangrijkste taken is het bieden van financiële en praktische noodhulp aan mensen die door het vangnet van de participatiesamenleving heen dreigen te vallen.
De schuldenproblematiek in Nederland is groot. Veel mensen met schulden zijn echter nog niet in beeld bij schuldhulpverlening. Gemeenten en maatschappelijke organisaties willen dit veranderen. Zij ontwikkelen hiertoe lokale interventies met als doel mensen met schulden te vinden, te motiveren en toe te leiden naar de gemeentelijke schuldhulpverlening. Vaak worden vrijwilligers ingezet bij deze interventies.
In het welvarende Nederland groeit een op de dertien kinderen en jongeren op in armoede. Armoede heeft nadelige gevolgen voor de ontwikkeling en kansen van kinderen. Professionals in het sociaal domein kunnen veel voor deze kinderen, jongeren en hun ouders betekenen. De SOS aanpak bij kinderarmoede maakt concreet hoe professionals deze rol kunnen vormgeven.
Armoede: voor een deel van de mensen een ver-van-mijn-bed-show, voor een ander deel de harde realiteit. Ook in Nederland, een van de rijkste landen ter wereld, heerst armoede en bij meer mensen dan je zou denken. Het is voor een deel van de Nederlandse bevolking moeilijk om het hoofd boven water te houden.
Armoede gaat echter vaak gepaard met problemen op diverse leefgebieden; mensen die niet genoeg geld hebben schamen zich hier vaak voor en zoeken soms een toevlucht in verdovende middelen of gaan zich sociaal isoleren. Dit heeft effect op het hele gezin en de ontwikkeling van kinderen.
Een greep uit de artikelen:
Problematische schulden zijn een individueel én een maatschap pelijk probleem: een probleem dat met de huidige stijging van de prijzen voor energie en levensmiddelen snel groter dreigt te worden. Voor het voorkómen van risicovolle en problematische schulden is snel nieuw beleid nodig dat de bestaanszekerheid van mensen centraal stelt. Dat stelt de Raad voor Volksgezondheid & Samen leving (RVS) in het advies ‘Van schuld naar schone lei’ dat op 20 april 2022 werd aangeboden aan minister Carola Schouten. Op de korte termijn ziet de RVS een nationale saneringsopgave als begin van benodigde hervormingen.