Themanummer interventies
Seksueel misbruik. Er is de laatste jaren veel begripsverwarring gekomen over dit thema. In dit artikel gaat het over seksueel misbruik bij kinderen door een bekende dader, meestal een familielid of goede huisvriend. Vroeger ook wel incest genoemd.
Hoe de wereld er na de coronacrisis uit komt te zien, is nu nog gehuld in mist. Misschien blijkt de crisis een kans om dingen anders te gaan doen.
De opbouw van een sociaal patchwork in 7 stappen, om de opbrengsten van de crisis te borgen.
1. Mensen hebben mensen nodig. Maak met sleutelfiguren in de wijk een inventarisatie van alle aanwezige grote en kleine, informele en geïnstitutionaliseerde collectief gerichte activiteiten . Van
kaartclub tot kerk, van wandelclub tot welzijnswerk en van leesclub tot hardloopgroep. Ook de nieuwe initiatieven! Teken dat in op een groot whiteboard en onderzoek welke deelnemers aan twee of meer initiatieven deelnemen. Trek daar lijntjes tussen en je ziet vanzelf een netwerk ontstaan. Tussen sommige initiatieven zijn er meer lijntjes dan tussen andere. Die lijntjes samen, dát netwerk, is de krachtbron van de wijk: het patchwork.
2. Formuleer vervolgens voor welke opgaven de wijk staat en waar oplossingen gezocht moeten worden. Draai de vaak gevolgde volgorde “oplossing zoekt probleem” ordentelijk om naar “probleem vraagt oplossing” plus “geld volgt inzet”.
3. Onderzoek welke initiatieven van het patchwork, naast de formele, professionele hulpbronnen, aan die oplossingen nu al een bijdrage leveren: dat is hun natuurlijke kernkwaliteit.
4. De effectiviteit van de inzet kan met een eenvoudige impact analyse onder deelnemers onderzocht worden.
5. Honoreer eff ectieve initiatieven met structurele financiering. Onderzoek of opschalen mogelijk is zonder het kind met het badwater weg te gooien.
6. Formuleer een opdracht voor het zo zichtbaar gemaakte netwerk om gezamenlijk tot een plan van aanpak te komen, net zo pragmatisch als tijdens de crisis. In hippe taal noemen we dat scrubben.
7. Mocht dan duidelijk worden dat het totale netwerk er niet in slaagt om tot een eff ectief draagvlak te komen, dan kan onderzocht worden of nieuwe initiatieven ruimte moeten krijgen.
Aanbesteding kan dan zinvol zijn, afhankelijk van de uitkomsten van het proces. Maar ik denk dat dat bij een goed proces alleen een plan B zal zijn
Lege ‘schappen’ ín de voedselbank en geen geld voor een laptop en internetabonnement voor thuisonderwijs. Mensen in armoede en/of met schulden worden onevenredig hard getroffen door de coronacrisis en het aantal mensen met schulden zal door deze crisis flink toenemen. We moeten er alles aan doen om dit niet te laten gebeuren, maar hoe?
“Sorry voor de zooi. Het is me niet gelukt om het huis op te ruimen. Maar het loopt me ook allemaal over de schoenen.” Vera staat in de deuropening van haar huis. Ik kijk onwillekeurig naar haar schoenen. Het zijn teenslippers. Met haar linkerhand veegt ze een lok voor haar ogen weg. De andere hand, met sigaret tussen de vingers, wappert min of meer in de richting van een opgewekte vrouw die het tuinpad opgelopen is.
Dit artikel is bedoeld als bijdrage bij het vinden van een oplossing voor de impasse waarin de (jeugd)hulpverlening terecht is gekomen. Het heeft geen zin om iemand of een instantie de schuld te geven. We zijn erin verwikkeld geraakt. De hulpverleners zijn beperkt in hun handelen door de protocollen; de wetenschap kan ‘evidence-based’ niet écht vormgeven, los van het tekort aan geld voor onderzoek; de zorgverzekeraars zijn misleid over de wetenschappelijke waarde van ‘evidence-based’ en koppelen vergoeding aan schijnbaar vast te stellen classificaties en behandelingen; de overheid probeert de wetenschappelijke schijnwerkelijkheid en wat leeft in de maatschappij vorm te geven in beleid. Allemaal betrokken, goed bedoeld en gedreven.
De grafische dossieranalyse (GDA)
Hoe behulpzaam het ook leek om gedrag te diagnosticeren; het zijn de classificatie en de daarbij behorende diagnose die het zicht op het kind als geheel en het zicht op de levensloop en diens gevolgen, ontneemt. Zo ontstaat een tunnelvisie. Het is van doorslaggevend belang om alle factoren te overzien, en gedrag te plaatsen in de context waar het is ontstaan.
Met de methode van de grafische dossieranalyse (GDA), wordt het leven van het kind in beeld gebracht en worden alle personen, gebeurtenissen en gedragingen chronologisch exact in één overzicht
samengebracht. Hierdoor ontstaat een perspectief vanuit het kind en wordt het gemakkelijker om zich een realistisch en omvattende voorstelling te maken van het kind en diens leven. Objectiviteit en volledigheid zijn daarbij wezenlijke criteria, zodat interpretaties en analyses op de werkelijkheid plaatsvinden. Ook wat niet bekend is wordt genoteerd, met een vraagteken, waardoor de beperktheid van een conclusie zichtbaar wordt. Alles wordt op één vel papier (A3) in kaart gebracht. In één oogopslag wordt de levensloop duidelijk, waar problemen zitten en hoe de contacten met zorgpersonen zoals ouders zijn geweest. De GDA maakt chronologische hypothesetoetsing mogelijk.
Velen hebben al geprobeerd dit te digitaliseren, maar de complexiteit van een mens laat zich digitaal niet vangen en handmatig, in samenwerking met de cliënt, wel.
Bijna de helft van de ex-gedetineerden pleegt binnen 2 jaar na ontslag uit detentie opnieuw een delict waarop een veroordeling volgt. Dit aantal is schrikbarend hoog. In dit artikel vertelt Jaap van Vliet over de risicofactoren voor recidive en het belang van nazorg in het kader van een veilige samenleving.
Hervonden herinneringen aan traumatische ervaringen zijn al decennia lang voer voor pittige discussies. Dertig jaar geleden was er onder professionals zelfs een heuse memory war gaande. Begin deze eeuw volgde een stabiele status quo. Toch laait de discussie zo nu en dan weer in alle hevigheid op: zijn hervonden herinneringen waargebeurd of ingebeeld?
Vakmensen hechten aan goed gereedschap, ook in het sociaal domein. Daarom staan in deze editie interventies centraal, al zijn ze bepaald niet het enige gereedschap van sociaal professionals. Niet iedere interventie is zorgvuldig onderbouwd, laat staan aantoonbaar effectief. Dat roept de vraag op aan welke basiseisen interventies moeten voldoen, hoe hun belang zich verhoudt tot dat van andere werkzame factoren, en wat dit betekent voor toekomstig praktijkonderzoek.
Wetenschappelijk onderzoek naar de methodieken Nieuwe Perspectieven (NP)* en ReSet** laat zien dat deze interventies effectief zijn. De werkelijke effectiviteit staat en valt bij het gebruik in de werkpraktijk. Marion Herben onderzocht deze methodieken in de werkpraktijk van professionals en trof verschillende knelpunten die professionals kunnen belemmeren in het methode-integer werken.
Corona zet sinds begin dit jaar de wereld op zijn kop. Voor bijna iedereen geldt dat zijn of haar werk ineens een andere invulling krijgt. Maar wat voor invloed heeft corona specifiek op beroepen binnen het sociaal domein? Dat is wat we ons afvroegen toen we bezig waren met de nieuwste Sozio. Om erachter te komen wat er binnen jullie werkveld speelt hebben we een enquête uitgezet. De resultaten delen we in dit artikel.
Themanummer interventies
Sozio 2 - 2020 (Compleet nummer)
Sinds de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in 2012 is het aantal vrijwilligers in de thuisadministratie sterk gegroeid: van ruim 7 800 in 2013 tot ruim 13.000 in 2018. In 2018 ondersteunden zij meer dan 42.000 hulpvragers. Een deel van die hulpvragers volgt tegelijkertijd een schuldhulptraject. Maakt de begeleiding door zo’n vrijwilliger de gemeentelijke schuldhulpverlening effectiever? En zo ja, hoe? Dat was de vraag die wij, Saxion-onderzoekers Peter Gramberg en Ben Boksebeld, onderzochten.
Toen in 2001 Filosofie van de levenskunst verscheen van de Duitse wijsgeer Wilhelm Schmid, waren de reacties lovend. ‘Er waait een frisse wind door de filosofie. Zij keert terug op haar schreden en herinnert zich haar vergeten oorsprong.’
Biografisch werken of biografisch coachen
Een van de mogelijkheden om de levenskunst concreet in praktijk te brengen is het biografisch werken: een methode waarin de levensloop en het eigen levensverhaal alle aandacht krijgen. Door het werken met deze thema’s worden de kansen versterkt om meer grip op het eigen leven te krijgen, de individuele mogelijkheden te onderzoeken, maar vooral te ontwikkelen. Het is zeker te danken aan het specifieke karakter dat deze methodiek in de laatste decennia in allerlei varianten voor evenzovele doelstellingen is ingeburgerd. We komen deze werkwijze tegen onder diverse namen zoals biografische consultatie, biografiecounseling, biografiek, levensloopkunde en de laatste tijd ook onder de naam biografisch coachen.
De werkgebieden waarbinnen deze methodiek steeds meer wordt omarmd en toegepast zijn de agogische en therapeutische beroepen, het onderwijs en het vormingswerk. Binnen het domein personeel en
organisatie zijn de thema’s levensloop en loopbaan belangrijke onderwerpen, in het kader van loopbaanbegeleiding en carrièreplanning, maar ook bij outplacement en re-integratie. Door middel van leeftijdsbewust personeelsbeleid, verdiepen werkers zich in kennis en vaardigheden rond levensloopthema’s.
De ggz kent al een lange traditie in het omgaan met het levensverhaal bij lief en leed. Het biografisch werken is intussen geïntegreerd als een geheel eigen werkwijze in verschillende sociaalpedagogische
beroepen en een boeiend aspect geworden binnen dit vakgebied.
Als professional in het sociaal domein ben je veelvuldig in contact met mensen met verschillende achtergronden. Zeker als je werkzaam bent als generalist heb je veel kennis van de diversiteit in problematiek. Zoveel mensen, zoveel wensen. Ga er maar aan staan om bij iedere cliënt, dat wat echt speelt naar boven te halen. Marjon Kuipers en Ingrid de Jong vertellen in dit artikel over gedragsanalyse en wat dit binnen jouw werkveld kan betekenen.